Hoofdhavenmeester Jaap van Brummelen van ‘t Huizerhoofd met pensioen

HUIZEN - Hoofdhavenmeester Jaap van Brummelen (63) van Jachthaven ‘t Huizerhoofd is gisteren met pensioen gegaan. Hij wordt opgevolgd door Tom Bremmen (27) die al sinds mei meeloopt. “Het is een wat vreemd afscheid”, zegt Jaap. “Vanwege corona is er geen groots afscheid. Iedereen loopt nu al de laatste weken even binnen om gedag te zeggen, dat zijn wel 1.000 mensen.”

Jaap is een begrip in de haven geworden, aangezien hij er al 33 jaar werkt. “Vanaf mijn tiende ben ik op een jachtwerfje in Baarn aan de Eem opgegroeid, daar werkte mijn vader. Daarna heb ik als technisch medewerker op een jachtwerf gewerkt. Dat was een grote in Muiden. Omdat het werk als havenmeester meer zekerheid bood, ben ik dat gaan doen. Voordat ik hier kwam, heb ik kort bij de Huizer Marina gewerkt.”

Dienstverlenende kant
Hij is zoals hij het zelf zegt van de technische kant naar de dienstverlenende kant gegaan en dat blijkt hem wel op het lijf geschreven. “Je moet duidelijk zijn tegen mensen over wat er wel kan en niet kan. En die technische kant is handig, want dan kan je offertes goed beoordelen en kijken of bedrijven het juiste doen voor hun geld. Tom heeft dat gelukkig ook allemaal. Hij lijkt erg op mij wat dat betreft.”

Het werk in de jachthaven is divers. “Ik kan je niet zomaar vertellen wat het allemaal inhoudt. Dat is veelomvattend en dat verandert ook met de seizoenen. Dat zal Tom ook wel merken. Ik heb hem de afgelopen maanden veel mee kunnen geven, maar elk seizoen is anders. Je moet organiseren, managen, planningen maken, boxindeling verzorgen, mutaties afhandelen en zorgen dat de facturatie goed loopt. En dat is nog niet alles. Ook de kraan moet je kunnen bemannen.”

Veranderingen
In die jaren dat hij er werkt, is Jaap meegegroeid met de veranderingen. “Toen ik begon, was men al aan het digitaliseren. Wat je nu wel merkt is dat alles per mail gaat. Vroeger was dat per telefoon. En je merkt dat mensen mondiger zijn geworden.” Het feest dat gevierd werd na de laatste verbouwing van het havenkantoor is een van zijn hoogtepunten. “Toen stond er een grote tent over de hele kraanbaan.”

Spannend zijn volgens hem altijd de momenten dat het na een periode van vrieskou gaat dooien. “Dan moet je alert zijn dat er geen boten zinken. Als dat het geval is, en dat is vaak op zondagmorgen als je er niet bent,  dan moet je alert zijn op milieuschade.” Ook de grote storm van een paar jaar geleden was heftig. “Toen liepen we met vijf man om te kijken of het allemaal goed ging. Op een gegeven moment waaide het zo hard, dat ook wij naar binnen moesten. Dat is toen wel allemaal goed afgelopen.”

Opvolger
In Tom verwacht de Stichting Jachthaven ‘t Huizerhoofd een goede opvolger te hebben gevonden voor Jaap. “Ik kom uit Twente en was aan het zeilen in Slovenië op een catamaran van 26 meter toen ik aan het kijken was naar een baan en de vacature op de Hiswa-site tegenkwam. Ik dacht, dat is precies wat bij mij past. Ik heb een brief geschreven, maar heb ook gewoon de stoute schoenen aangetrokken en ben op een zaterdag naar de haven gereden en heb met Jaap gesproken.”

De liefde voor zeilen kreeg Tom nadat hij een vakantie op een mooie zeilboot had gehad. “Daar wilde ik iets mee doen, dus heb ik nautisch businessmanagement gestudeerd. In vakanties heb ik veel als schipper gewerkt, zoals in Kroatië en Griekenland. Op de Canarische eilanden heb ik het hoogste papier in de pleziervaart gehaald, het Yachtmaster Offshore diploma.” Samen met havenmeesters Mathieu, die er al 28 jaar werkt, en Mark, die er ook al geruime tijd is, gaat hij nu de jachthaven bestieren.

Pensioen
Jaap: “Ik vind het werk hartstikke leuk hoor, maar ik heb mijn pensioen naar voren getrokken. Ik wil graag samen met mijn partner van mijn vrije tijd gaan genieten. We houden allebei van fotografie, natuur en vogels. We willen met de caravan door Europa gaan trekken als dat weer kan. Daarnaast ben ik bestuurslid geworden bij de jeu de boulesclub in Soest. Ik ga mij dus niet vervelen en als Tom wat wil weten, kan hij mij appen, al zou hij dat niet gauw doen, denk ik.”