Atie Vos-Tabak (l), Toos Munneke en wethouder Maarten Hoelscher.
Atie Vos-Tabak (l), Toos Munneke en wethouder Maarten Hoelscher. Foto: Carin van den Berg

Met bril kijken door de ogen van iemand met dementie

Zorg

HUIZEN - Alzheimer Nederland afdeling Gooi en Omstreken organiseerde vorige week diverse activiteiten in het kader van Wereld Alzheimer Dag. Een ervan was een sessie in Huizen, waar mantelzorgers met behulp van virtual reality en een speciale bril door de ogen van iemand met dementie konden kijken.

Hoe is het om dement te zijn? Dat zullen veel mensen zich afvragen. Met behulp van een Into D’mentiatrainer en een virtual reality bril kregen mantelzorgers een inkijkje. De sessie vond plaats bij de Oude Pastorie aan de Oranje Weeshuisstraat. De begeleiding was in handen van Into D’mentiatrainer Toos Munneke. Zij ving onder andere Atie Vos-Tabak en wethouder Maarten Hoelscher op voor een sessie. 

Atie is zelf bestuurslid bij de afdeling Gooi en Omstreken en had de trainingen ook ingepland. Ze heeft veel ervaringen met dementie. “Mijn man was 10 jaar dement en ontkende dat. Veel mensen van buiten zagen het ook niet. Het is een zware tijd geweest”, legt ze uit. Ze had daarvoor al kennis gemaakt met Alzheimer, omdat ze als pedicure met veel patiënten had gewerkt. Daarnaast was ze mantelzorger voor haar schoonmoeder. Toch vindt ook zij het interessant om eens mee te maken hoe iemand met Alzheimer tegen de wereld aan kijkt.

Wethouder Maarten Hoelscher is verantwoordelijk voor allerlei zorgbudgetten namens de gemeente en zoekt ook naar wegen om mantelzorgers te kunnen ondersteunen. De gemeente ondersteunt de activiteit ook. Vanuit dat oogpunt is hij wel benieuwd naar wat er bij de sessie gebeurt.

Beleving

Als de bril op staat, verschijnen er twee deuren op het scherm. Eentje voor de vrouwen en eentje voor de mannen. “Je ziet hetzelfde, maar de vrouwen horen een vrouwenstem en de mannen een mannenstem. Dat is om de beleving op de persoon af te stemmen”, legt trainster Toos uit.

Na het aanklikken start de film. Je zweeft naar de voordeur en daar sta je dan met een sleutel in de hand. Een sleutel die niet past. “Hoe kan dat nou”, hoor je. “Hij past niet. Is er dan misschien nog een andere sleutel?” Na even zoeken komt er weer een sleutel tevoorschijn en dan gaat de deur open. Er heerst ongeloof.

Je bent boodschappen wezen doen. Je zet de tas op het aanrecht en besluit om koffie te zetten. Hoe ging dat ook al weer. Je ziet de koffiepot staan en schenkt water in het reservoir. De koffie gooi je direct in het zwarte bakje waar normaal ook een filter in gaat. “Hoeveel scheppen waren het ook al weer? Doe er nog maar wat bij.”

Als je klaar bent, druk je op het knopje, maar er gebeurt niets. Je zet het apparaat aan en uit en moppert. Dan zie je ineens dat de stekker niet in het stopcontact zit. Die stop je er dus in, drukt op het knopje en bent blij. Dan begint het koffiezetapparaat te lopen. Oeps, geen kopje er neer gezet. Dat zet je er onder en je gaat wat anders doen. De koffiepot staat naast het apparaat.

Ontheemding

Je gaat aan tafel zitten en dan komt je dochter binnen. “Was zij ook hier? Sinds wanneer dan”, hoor je de stem van de demente persoon zeggen. Omdat je zelf met de bril op totaal niet weet wat er gebeurt, voel je de ontheemding zelf ook. Je dochter loopt naar het aanrecht en begint te mopperen op je. “Waarom neem je elke keer Gelderse worst en melk mee. Je hebt al een heel koelkast vol.” Je voelt je beschaamt, je weet immers ook niet waarom. “Heb ik dan iets fouts gedaan?”

Ze vraagt je waarom je geen wasmiddel hebt meegenomen. “Alweer wasmiddel. Volgens mij neemt ze het mee naar huis. Dat kan toch niet al op zijn. Ik ga dat eens in de gaten houden”, zegt de stem. Je dochter krijgt een telefoontje. Ze loopt naar buiten. “Ze heeft het vast over mij. Waarom doet ze dat nou toch.”

Verjaardag

In een volgende scene wordt je verjaardag gevierd. De kamer zit vol visite. Wie wie is, dat weet je als vreemde met die bril op niet en dat maakt de ervaring levensecht. Je kleindochter zegt “Lekker he oma, moet je niet ook wat van je gebakje.” Een oude vriendin komt langs, maar je herkent haar niet. Ze gaat met je dochter aan de tafel zitten en ze hebben het over jou, alsof je er niet bij bent.

Je dwaalt met je gedachte af naar een verjaardag van toen je nog veel jonger was en mijmert weg. Je weet je nog goed te herinneren hoe dat was. “Wat doet iedereen hier toch”, vraag je je af. “Het is zo druk. Ik ben moe. Ik wil even gaan liggen.” Je staat op en loopt weg.

Nagesprek

Na afloopt is er een nagesprek. Het blijft eerst even stil. Niemand weet goed hoe te beginnen, daarom brengt Toos het gesprek op gang. Atie: “Het is precies zoals ik het herinner met mijn man. Heel herkenbaar. Eigenlijk heb ik niets nieuws gezien.” Maarten: “Ik voelde me heel erg buitengesloten als die persoon. Je voelt ook heel erg de vertwijfeling en je ziet dat hij heel achterdochtig is. Je ziet ook dat die persoon heel erg betutteld wordt. Er wordt tegen je gesproken of je een kind bent.”

Schuldig gevoeld

Atie bekent dat zij in het begin wel eens tegen haar man uitviel. “Dan dacht ik achteraf, dat had ik niet moeten zeggen. Ik heb me vaak schuldig gevoeld. In het begin ging hij heel erg tegen me tekeer en schold me uit. Dan kregen we ruzie.” Ze zaten toen ook in de stress van een verbouwing. “Toen dat over was en we meer rust kregen, ging ik dingen met hem doen die hij nog kon, zoals fietsen en hadden we het samen wel weer leuk. Rust en regelmaat zijn heel belangrijk.”

Zelf was ze als mantelzorger uiteindelijk erg blij met praktische hulp, bijvoorbeeld in de huishouding. Dan kon ze zich op andere dingen richten en dingen doen met haar man. Hoe zwaar het ook was, ze wilde het liefst zelf voor hem blijven zorgen. “Dat doe je nu eenmaal.” Voor Maarten is dat niet vanzelfsprekend. “Ik moet het daar maar eens met mijn partner over hebben. Als ik zover ben, wil ik dat hij mij loslaat. Ook dat is liefde. Hij moet zich niet opofferen voor mij.”

Zie www.alzheimer-nederland.nl voor meer informatie.

Uit de krant