Sociaal agoog Helen van Ees en locatiemanager Marius van de Veen van De Bolder vertellen hoe het nu gaat.
Sociaal agoog Helen van Ees en locatiemanager Marius van de Veen van De Bolder vertellen hoe het nu gaat. Foto: Vivium De Bolder

Hoe gaat het met Vivium De Bolder, na heftige corona-uitbraak begin dit jaar?

Mensen

HUIZEN - Voor bewoners en medewerkers van Vivium De Bolder gaat het leven steeds meer zijn gewone gang. Hoe anders was dat begin dit jaar, toen defensie bijsprong op de corona-afdeling. Locatiemanager Marius van de Veen en sociaal agoog Helen van Ees over toen en de situatie nu.

Vivium vroeg defensie rond Kerst om vier verpleegkundigen. “We kregen de roosters in december niet meer rond”, blikt Marius terug, “ondanks de extra inzet van vast en flexibel personeel van andere Vivium-locaties.”

Overbelast
Op de speciale cohortafdeling van het verpleeghuis voor mensen met dementie werden toen vijftien bewoners met corona verzorgd en verpleegd. Tegelijkertijd konden minder medewerkers werken vanwege een coronabesmetting of -verdenking en wie werkte, was al overbelast. Een week later kwamen de hulptroepen.

Op 4 januari gingen vier verzorgenden en vier helpenden van defensie in duo’s op de corona-afdeling bij De Bolder aan de slag. Ze bivakkeerden in Bussum. “Acht jonge mensen, vooral uit Friesland”, typeert Marius de groep. “Echte aanpakkers volgens onze collega’s.” Hun inzet was een verademing voor het personeel van De Bolder.

Iets meer rust
Sociaal agoog Helen: “Het personeel kreeg toen iets meer rust en iets meer tijd voor bewoners. Ons psychosociale team was extra alert op reacties. Als een bewoner de camouflagekleding zag, die onder de beschermende zorgkleding uitstak, leverde dat soms leuke gesprekken op.”

Door de publiciteit over de ingeroepen hulp, zo vertelt Marius, meldden zich meer bereidwilligen uit de regio. “Onder wie meer dan één oud-verpleegkundige en een tropenarts. Daarnaast boden vrijwilligers hulp aan, alleen hadden wij juist gekwalificeerde hulp hard nodig.”

Corona-vrij
Twee weken maakte De Bolder gebruik van de militaire assistentie. Het laatste duo vertrok op 20 januari. Een paar dagen later werd de speciale afdeling opgeheven. “Sindsdien zijn we corona-vrij”, zegt Marius opgelucht. En inmiddels zijn nagenoeg alle bewoners en medewerkers gevaccineerd tegen corona.

Wie nu verhuist naar De Bolder en nog niet thuis via de huisarts is of wordt gevaccineerd, krijgt bij Vivium een prik aangeboden. “Onze verpleegkundige bespreekt dit vooraf”, legt Helen uit.

Speciale opnamewoning
Vivium De Bolder heeft nu een speciale opnamewoning, waar een vast zorgteam werkt. Hier gaan nieuwe bewoners samen als huishouden in quarantaine in plaats van alleen op een kamer. “Dat vindt familie ook prettiger”, merkt Helen. “En we gebruiken deze tijd om iemand beter te leren kennen. Zodat iemand daarna naar de best passende woongroep kan verhuizen.”

Bewoners mogen op dit moment gelukkig dagelijks weer twee bezoekers ontvangen. “Dat is één meer dan de coronamaatregel, die thuis geldt”, duidt Marius de verruiming. Er kan sowieso weer meer in De Bolder. “Samen buiten wandelen kan gewoon”, somt Helen op. “En ons Uitbureau is weer open. Per groep of afdeling kunnen bewoners weer meedoen aan activiteiten naar keuze.”

Beschermende maatregelen
Marius vult met een lach aan: “Ook de kapper is weer open. Ik zag daar vanochtend nog een keurig gekapte dame blij vertrekken.” Voor medewerkers en bezoekers gelden nog wel beschermende maatregelen, zoals het dragen van mondkapjes en afstand houden. En het is nog even wachten totdat de deuren van het restaurant voor iedereen weer openzwaaien.

De wachtlijst voor zowel Vivium De Bolder als De Ruyterstraat in Huizen is op dit moment kort met één tot twee maanden. “Terwijl mensen met beginnende dementie, die nog thuis wonen, in deze coronatijd soms nogal vereenzamen”, weet Helen uit ervaring. Omdat familie extra voorzichtig is met het bezoeken van hun kwetsbare dierbaren en bekenden minder vaak langskomen. 

Opbloeien
“Als mensen dan verhuizen en aan hun nieuwe thuis gewend zijn, zie ik hen vaak opbloeien. Hier zijn ze namelijk onder de mensen. Ze vormen een huishouden, eten gezellig samen en voor wie wil is er van alles te doen.”

Uit de krant