Wijkagent Menno Mulder bij een donkere hoekwoning tijdens zijn ronde door de wijk. Hier kunnen inbrekers zo binnen en snel weer weg zijn met de buit.
Wijkagent Menno Mulder bij een donkere hoekwoning tijdens zijn ronde door de wijk. Hier kunnen inbrekers zo binnen en snel weer weg zijn met de buit. Foto: Bob Awick

'Hoe meer obstakels, hoe minder kans'

HUIZEN - Met grote passen loopt wijkagent Menno Mulder richting zijn wijk. "Ik wil de lezers laten kijken naar hun wijk en woning door de ogen van een inbreker. Zo kunnen ze zien wat zij zelf kunnen doen om een woninginbraak te voorkomen", vertelt hij. Vanaf het bureau dat om de hoek ligt, lopen we langs het fietspad het bruggetje over de wijk in. "Kijk, je ziet het al. Deze woning op de hoek is donker. Voor een inbreker is het duidelijk dat er niemand thuis is." Als we de hoek om komen, lopen we naar de voordeur van de woning als dieven in de nacht. Het licht bij de deur gaat niet aan. "Hier hadden we dus zo in kunnen breken," zegt Mulder, "want een inbraak duurt echt maar een paar minuten."

Hij haalt een flyer tevoorschijn die helpt om de kans op een inbraak te verkleinen. Hij kruist aan: 'Duidelijk te zien is dat u tijdelijk van huis bent'. Daarnaast kijkt Mulder meteen naar het hang-en-sluitwerk van de voordeur. "Dit is op zich nog niet het oudste en slechtste slot, maar voor een inbreker is dit wel makkelijk open te breken", legt hij uit. "Zie je de cilinder? Ze boren er een gaatje in en trekken hem er zo uit. Of ze gebruiken een schroevendraaier die ze in de cilinder steken en dan is hij er ook gemakkelijk uit te halen. Dan zijn ze binnen." Daarom kruist hij ook op de flyer aan dat het hang-en-sluitwerk onvoldoende inbraakveilig is.

Pikkedonker
Vlak bij het huis staat een straatlantaarn, daarom staan we niet helemaal in het pikkedonker, maar omdat we in een hoekje staan dat niet direct van de straat te zien is, is het toch verstandig om ervoor te zorgen dat een buitenlicht brandt of aangaat als er iemand dichtbij komt. De wijkagent kruist daarom ook de tip aan om de zorgen voor goede buitenverlichting. Daarna gooit hij de flyer in de brievenbus, zodat de bewoner bij thuiskomst weet dat de politie langs is geweest en hij gewaarschuwd is voor het risico van een woninginbraak.

Paar minuten
Als je bedenkt dat er voor een inbraak maar een paar minuten nodig zijn, dan hadden we hier onze slag kunnen slaan. Mulder hoopt dat de bewoner zich dat na het lezen van de flyer realiseert en niet als zovelen denkt dat het bij hem niet zal gebeuren. "Het is best een investering. Nieuwe sloten, een buitenlicht en timers kosten zo een paar honderd euro, maar het is echt de moeite waard. Hoe meer obstakels je opwerpt voor een inbreker, hoe minder kans je hebt slachtoffer te worden van een inbraak. Inbrekers willen niet gepakt worden. Hoe meer licht er is en hoe meer moeite ze moeten doen om binnen te komen, hoe eerder ze afhaken en het bij een andere woning gaan proberen. Het is net een toneelstuk dat je op moet voeren om je huis er bewoond uit te laten zien. Leg een krant open, zet een mok koffie neer. Dan gaan ze al twijfelen."
Ook adviseert hij om meerdere lampen op verschillende tijden aan en uit te laten gaan. "Mensen laten vaak wel een lampje branden. Wij noemen dat 'het niet-thuis-lampje'. Inbrekers hebben namelijk vaak juist door dat het branden van dit ene lampje betekent dat er niemand thuis is. Ze verkennen vaak vooraf de buurt. Als inwoners daarom ook mensen zien lopen die niets in de buurt te zoeken hebben en belangstelling tonen voor de huizen, willen we ook dat ze dit direct melden via 112. Wij kennen heel veel mogelijke inbrekers en het verhoogt de kans om ze op heterdaad te betrappen, want dat is nodig om ze te laten stoppen."

Schutting
We lopen verder door de wijk. Veel woningen zien er bewoond uit, omdat er licht brandt. Dan komen we bij de doorgaande weg. Op de hoek is weer een woning die er donker en onbewoond uitziet. We lopen de tuin in. Mulder kijkt door het raam naar binnen. "Niemand thuis", zegt hij. Langs het huis kunnen we naar de achterkant lopen en komen we weer uit op de doorgaande weg. Buiten ons is er niemand op straat. Om de achtertuin staat wel een schutting met een deur. "Voel eens of deze op slot is? Als deze open zou zijn, loop je ook nog zo ongezien de tuin in en dan ziet niemand je meer achter de schutting." De deur blijkt gelukkig voor de bewoners dicht en op slot, waardoor ze een extra obstakel opgooien voor de gelegenheidsdief. "Mooi", zegt Mulder tevreden.

Privacy
Al lopend door de wijk vertelt hij over de strijd tussen privacy en het goed zichtbaar zijn van een woning. "Mensen zetten soms zulke hoge heggen om hun huis heen. Ik begrijp wel dat ze geen inkijk willen hebben, maar dat betekent ook dat een dief vrij spel heeft achter een hoge haag. Dat zal ik je zo laten zien." Even later staan we weer bij een hoekwoning midden in een straat. De heg is wel drie meter hoog en lijkt een onneembare vesting. "Begrijp je wat ik bedoel", zegt de wijkagent. We kijken om de hoek en zien dat er licht brandt. "Er is dus nu iemand thuis, maar als het licht er niet zou branden, zouden we ook hier ongestoord de tuin in kunnen lopen en onze slag slaan als we inbrekers waren."
Tijdens onze wandeltocht door de wijk gooit Mulder her en der flyers bij woningen in de bus. Op de flyer kan hij onder andere ook nog aangeven dat er buiten attributen als kliko's staan die een inbreker helpen om naar boven te klimmen om dan zo door een raam naar binnen te komen. Ook als er een raam of deur openstaat, meldt de wijkagent dat middels de flyer of als er in het zicht kostbare spullen te zien zijn. Hij vertelt dat er wel eens een bewoner boos op hem is geworden. "Daar had ik al drie keer een flyer in de bus gedaan omdat er geen buitenverlichting brandde. Hij vond schijnbaar dat zijn huis wel inbraakveilig was."

Inbrekerswerktuig
Mulder werkt al 35 jaar bij de politie en de laatste jaren als wijkagent in deze wijk. Hij kent het klappen van de zweep. "Ik ga dan te voet of per fiets de wijk in. Dan zie je meer. Ook vaak alleen, want dan ben ik scherp op de omgeving en word ik niet afgeleid door een gesprek. Vaak komen de inbrekers trouwens uit de buurt. Ze kennen de weg in de wijk. Een inbreker uit Almere kunnen we vaak sneller aanhouden, want die rijdt bijvoorbeeld een doodlopende straat in. Als personen inbrekerswerktuigen bij zich hebben, mogen we ze trouwens al aanhouden. Daarom houden we nu ook veel controles in Huizen. We willen er alles aan doen om woninginbraken te voorkomen. Tips van bewoners zijn daarbij ook nodig. Zij kunnen als ze iets verdachts zien meteen 112 bellen. Ook de WhatsAppgroepen zijn heel nuttig. Hier worden ook verdachte zaken gemeld, maar daarnaast moet er ook gebeld worden, want de meldkamer staat direct in verbinding met de mensen op straat die dan kunnen gaan kijken. Als ik zelf onraad zie dan kan ik zo ook direct om assistentie van collega's vragen."

Woninginbrakenteam
Naast de wijkagent speelt ook het woninginbrakenteam een belangrijke rol. "Het team maakt deel uit van de districtsrecherche. Het helpt mee met de opsporing van inbrekers", vertelt Frans van Lier, projectleider woninginbraken. "Het team speelt een belangrijke rol, want hoe meer inbraken er aan een inbreker gekoppeld kunnen worden, hoe langer deze van de straat blijft. Bij elke inbraak doen we sporenonderzoek. Dan zoeken we naar DNA: dat kan bloed zijn, maar ook een stukje huid of een haar. Ook vingerafdrukken en afdrukken van gereedschappen zijn voor ons belangrijk. Daarnaast staan er steeds meer mensen in de DNA-bank, waardoor we sporen ook makkelijk kunnen koppelen aan een persoon."
In de nacht van 8 op 9 februari werden er twee inbrekers aangehouden uit Huizen. De spullen die de politie in hun woningen vond, staan nu op de politiesite. "We hopen daarmee de eigenaren te vinden. Mensen weten soms niet meer precies wat er in de sieradendoos zat en hebben niet overal foto's van. De inbrekers zitten al vast, maar wij hopen nog meer zaken aan ze te kunnen koppelen, zodat ze echt een tijdje van de straat zijn."
Ook de gemeente heeft een taak bij het voorkomen van woninginbraken. "We kennen het Keurmerk Veilig Wonen. Dat was vroeger iets van de politie, maar daar houdt de gemeente zich inmiddels al weer jaren mee bezig. Zij zorgen voor voorlichting", legt Mulder uit. Op dit moment zijn volgens de gemeente hotspots waar veel wordt ingebroken de Westereng, Oude dorp de Noord, Oude dorp de Zuid, Stad en Lande, Bovenmaat, Oostermeent en rond de Delta. Dit verandert elke week. Mulder. "Wees als bewoner dus altijd alert!"