Erfgooiersproducten

We zouden het bijna vergeten, maar erfgooiers waren oorspronkelijk boeren en veehouders. Gaandeweg kwamen er vissers, ketel- en schoenlappers, bakkers, timmermannen en stenenleggers bij en na de Tweede Wereldoorlog kantoorklerken, makelaars, ICT-managers en zelfs enkele historici. De verklaring is simpel en geeft ook de essentie weer van het erfgooierschap: erfgooiers zagen erop toe dat niet iedere erfgooier evenveel gebruik kon maken van de heidevelden, meenten, bossen en turflanden. Er golden verzwarende voorwaarden als het bezit van een boerderij, meerderjarigheid en een lapje grond op de akker. Dat zorgde voor hele en halve erfgooiers, genoemd naar het belangrijkste gebruiksrecht: scharende en niet-scharende erfgooiers. De niet-scharende erfgooiers verloren hun rechten nooit, maar konden er in de praktijk geen gebruik van maken en zochten een ander beroep. De scharende erfgooiers bleven boer of veehouder. Of allebei.

In dit licht kunnen we spreken van ontelbare en zeer diverse erfgooiersproducten. De gelapte ketel en het gemetselde muurtje zijn dan net zo veel erfgooiersproduct als een schoof boekweit en een bus melk. Een gemakeld huis doet niet onder voor een stapeltje turf, een zorgvuldig opgestelde kwitantie niet voor een baal hooi. Maar op de Erfgooiersdag ontbreekt de demonstratie 'hoe vermakel ik een huis'. Ook zijn de oude ambachten 'kwitanties schrijven' en 'kasboek bijhouden' niet te zien. En terecht, want de erfgooiersreglementen waren puur gericht op de agrarische sector. Een veelgehoorde klacht van intussen niet in de agrarische sector werkende erfgooiers was dan ook dat ze niets hadden aan hun erfgooierschap, behalve als de erfgooiersorganisatie zou worden opgedoekt. Dat was de druk van binnenuit die mede ertoe leidde dat de vereniging Stad en Lande van Gooiland opgeheven werd.

Een 'echt' erfgooiersproduct is alles wat met rundvee, paarden, geiten, schapen, kippen en niet te vergeten bijen te maken heeft. Niet alleen vlees, melk, wol of honing, maar ook trekkracht en mest. In een tijd zonder tractoren waren paarden en ossen immers onmisbaar. En vrijwel iedere boer had een varken. Het beest vrat alles. Zo kwam je gemakkelijk van je afval af en het dier mestte zichzelf vet. Van duiven moesten erfgooiers afblijven. Vroeger waren de meeste duivenbezitters namelijk van adel of zeer invloedrijk. Dus op de Erfgooiersdag zal er geen gebraden houtduif verkrijgbaar zijn. Vette worst, kaas, melk, honing en eieren (al dan niet verwerkt in sauzen), die wel. En als u de tractoren bekijkt, denk dan even aan het paard en de os.