Straatgoochelaar Quintus van Amstel maakt veel van zijn attributen zelf.
Straatgoochelaar Quintus van Amstel maakt veel van zijn attributen zelf. Foto: Bob Awick

'Bij straatgoochelen moet je aandacht van publiek verdienen'

HUIZEN - Sinds vorige week is Huizen een beroemde goochelaar rijker. De 33-jarige beroepsgoochelaar Quintus van Amstel ging als Quintus de paarse goochelaar er met de Nederlandse titel vandoor. De jury gaf hem de hoogste waardering en ook bij de publieksprijs scoorde hij hoge ogen. Daar moest hij alleen Magic Jack voor zich dulden.

Vooral de waardering van het publiek beschouwt hij als een groot compliment. Want het grote verschil tussen een straatgoochelaar en een goochelaar die zijn kunsten vertoont op een podium is dat het publiek er niet automatisch is. Dat moet je verdienen.

Van zijn vader, die ook goochelaar was, leerde hij wat basisvaardigheden. De rest moest hij zelf doen. "Van kinds af aan werd ik al blootgesteld aan goocheltrucs, maar de meeste dingen hield hij geheim." Slechts met een paar dingen mocht hij oefenen. Niet dat hij daar toen echt om maalde, want hij had andere dromen: hij wilde tekenaar worden. Pas nadat hij een opleiding clownerie had afgerond en al een aantal jaar op het podium stond begon het te kriebelen toen hij zijn vader een keer zag optreden en dacht: dit is leuk. Hij rolde zo'n beetje in het vak. Met zijn vader als bescheiden springplank, want in het wereldje kent iedereen elkaar. Er zijn in Nederland niet meer dan 50 beroepsgoochelaars die er ook van kunnen leven, schat hij in.

Andere draai
Voor hem begon het serieuze goochelwerk in 2010. En wat hem anders maakt dan andere goochelaars? De optredens van Van Amstel hebben meer weg van een mimevoorstelling, vertelt hij. "Ik pak dingen anders aan dan anderen, probeer buiten de gebaande paden te treden." Als de massa links gaat, gaat hij rechts. Als hij ziet dat bepaalde dingen heel veel gedaan worden probeert hij er net een andere draai aan te geven: een 'grotemensenact' veranderen in een act voor kinderen, of hij maakt van iets kleins juist iets heel groots: van een truc een theaterstuk maken bijvoorbeeld. Van Amstel associeert zichzelf het meest met Charlie Chaplin. Niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat hij een clownsopleiding volgde. Met die opleiding legde hij de basis voor zijn eigenheid als goochelaar. Hij zet zichzelf neer als een suffertje dat toch heel bijzondere dingen kan en niet als de coole goochelaar die o zo slim is. "Ik laat vaak dingen misgaan en het publiek lost het dan op." Hij betrekt het publiek op een bijzondere manier bij zijn optreden, waarbij hij soms ver gaat. Hij vraagt hen een hand in zijn broekzak te laten steken bijvoorbeeld. Maar het wordt van hem geaccepteerd, hij weet verbinding te maken met het publiek. Dat is ook wat hem zo succesvol maakt als straatgoochelaar. "Als straatgoochelaar treed je op en moet je het publiek dat langsloopt aan je zien te binden. Een goochelaar doet zijn ding vaak. Ik doe het via interactie met het publiek en geef hen ook de controle." Straatgoochelen is eigenlijk een vorm van straattheater. Waarbij je ook heel direct respons van het publiek krijgt. Daarom is hij ook zo blij met zijn pasverworven titel. Vinden ze het leuk of interessant, dan blijven ze staan. Zo niet, dan lopen ze door.

Wanneer het Van Amstel lukt om een groep om zich heen te verzamelen gaat hij vervolgens heel improviserend te werk om ervoor te zorgen dat de show ook nog aantrekkelijk en goed te volgen is voor mensen die halverwege instappen. "Dat kenmerkt ook het NK straatgoochelen", vertelt Van Amstel. Hij vindt het daarom de leukste wedstrijd om aan deel te nemen door de snelle respons en de aanwezigheid van publiek. "Een jury en andere goochelaars kijken met andere ogen." En als je straatgoochelen goed toepast krijg je er volgens Van Amstel ook een hele menigte mee plat. "Bovendien zie je wie er echt kan entertainen", vervolgt hij zijn betoog.

Winnende act
De act waarmee hij het Nederlands Kampioenschap op zijn naam heeft geschreven was een theatershow die hij had omgebouwd tot straattheater. Een stuk waarin niet gesproken wordt en daarmee geschikt is voor alle nationaliteiten. In tegenstelling tot veel andere goochelaars maakt Van Amstel niet een act speciaal voor het Nederlands Kampioenschap of andere wedstrijden. Hij wil iets laten zien dat ook voor het publiek leuk is en waar hij de planken of de straat mee op kan en niet iets dat na die ene keer de kast in gaat en nooit meer gebruikt wordt.

Van Amstel tijden het NK straatgoochelen.