Volleybalspeelster Susanne Kos, even thuis bij haar ouders.
Volleybalspeelster Susanne Kos, even thuis bij haar ouders. Foto: Bob Awick

Susanne Kos: 'Geen spijt dat ik vorig jaar op Papendal ben gaan wonen'

Volleybalster Susanne Kos (17) woont nu een jaar op Papendal. Hoogtepunt zou voor haar de Jeugd Olympische Spelen zijn, maar dat ging op het laatst niet door.

HUIZEN Bij de eerste training op 8-jarige leeftijd zagen ze het al bij Volleybalvereniging PDK Huizen. Susanne Kos had wat bijzonders. Ruim een jaar later speelde ze vervolgens met een jongensteam mee ver boven haar leeftijdsniveau en ze zette die stijgende lijn door. Nu bijna tien jaar later speelt ze op het hoogste niveau als libero bij Jeugd Oranje U18. Haar droom: ooit meespelen op de echte Olympische Spelen. "Zeker nu de Jeugd Olympische Spelen op de valreep niet doorgingen na een virus", zegt Susanne.

"Het was zo'n teleurstelling", zegt ze. "We hadden ons voor de Europese Jeugd Olympische Spelen gekwalificeerd door dit jaar als 7e te eindigen op het EK U18 dat in eigen land werd gehouden. We hadden tijdens het achtlandentoernooi in Spanje ook al van teams gewonnen die aan deze spelen mee zouden doen. Daar zijn we tweede geworden. Het was een zenuwslopende dag toen we hoorden dat we niet mee zouden gaan. Ondanks dat veel meisjes ziek waren, ook ik, hadden we er heel hard voor getraind. We hadden net die ochtend onze kleding gekregen. Om 13.00 uur werden we bij elkaar geroepen voor nog een teamoverleg. Het is een beslissing van het NOC geweest, die artsen vonden het een risico. Het virus zou zich onder andere atleten kunnen verspreiden. Onze coach is nog de hele middag aan het bellen geweest, maar om 18.00 uur was het toch definitief dat we niet zouden gaan."
Haar ouders waren met haar oudere broer inmiddels al onderweg naar Hongarije. Die heeft ze snel gebeld. "We hebben besloten om haar maar naar Hongarije te halen en daar vakantie te hebben met elkaar. Dat was al gepland", zegt haar vader Marc. Susanne kon het zelfs nog opbrengen om de openingsceremonie te bezoeken en een wedstrijd in de hal waar ze zelf had moeten staan. Het kenmerkt haar karakter. Ze had al eerder in haar jonge carrière een teleurstelling te verwerken gekregen.
"Toen ik 14 was, werd ik geselecteerd voor beachvolleybal. Ik mocht trainen in Scheveningen. Dat was best zwaar. Mijn ouders moesten me steeds halen en brengen." Susanne zat al wel op een LOOT school, waar ze minder uren aanwezig hoefde te zijn om zo het sporten met leren te combineren. "Het mooiste was onze deelname aan de WK U17 in Mexico. Ik speelde samen met Nika Daalderop die 1,5 jaar ouder was. Ik had toen al meegedaan aan de pre-selectie in de zaal, maar was er toen niet doorheen gekomen. Iedereen dacht waarschijnlijk dat ik voor het beachvolleybal ging."
Het jaar erop werd de speelster echter niet meer geselecteerd voor beachvolleybal. "Ik ben te klein", zegt ze. "Ik ben maar 1,70. 1.80 of langer is wel de norm bij beachvolleybal." Haar coach vroeg of ze nogmaals aan de pre-selectie voor de zaal mocht meedoen. "Dat mocht. Iedereen krijgt dan een vestje met een nummer en dan moet je laten zien wat je kan. De tweede keer zat ik er wel bij."

Met haar lengte was de positie van libero een gegeven, de positie van verdediger in het achterveld. "Maar ik houd er van om naar de grond te gaan en een moeilijke bal te pakken." Daarnaast is ze ook een soort van regisseur voor de andere speelsters. "In de voorbereidingen kijken we altijd naar een video van onze tegenstander. Dan moeten we onthouden hoe onze tegenstanders spelen. Ik geef dat dan vaak door aan de anderen en moet het dus van alle speelsters onthouden."
Vorig jaar zomer werd ze gevraagd of ze op Papendal wilde komen wonen en trainen. "Ik heb ja gezegd en er geen spijt van gehad." Susanne traint op maandag, donderdag en vrijdag een keer per dag en dinsdag en woensdag twee keer per dag. In de ochtend en als ze terug komt uit school in Velp waar ze Voeding en Welzijn studeert op MBO4-niveau. "Ik kom vaak als de les al is begonnen en moet dus ook wel eens eerder weg. Ik mis wel veel uren school, maar heb toch goede cijfers gehaald en ben door naar volgend jaar." Als ze op staat, gaat ze naar het restaurant om te ontbijten en daarna direct door na de sportzaal. Beide liggen om de hoek bij waar ze woont. Na de training kan ze ook in het restaurant weer eten. "Als we op een zaterdag moeten spelen, dan trainen we ook 's ochtends nog eens. Dan kom ik zaterdagavond even thuis bij mijn ouders en vertrek ik zondag weer."
Waar ze de motivatie vandaan haalt, kan ze moeilijk uitleggen. "Ik vind het leuk om voor volle zalen te spelen. Wil altijd de beste zijn en het beste uit mezelf halen. Ook geef ik niet op. Ik had een enkelblessure op de EK en kon bijna niet meer op mijn enkel staan op een gegeven moment. Nadat de fysiotherapeut me had behandeld met ijs, wilde ik er zo snel mogelijk weer in. Getapet, met een brace en pijnstillers heb ik daar dan toch nog de laatste beslissende punten kunnen meespelen."

Susanne heeft geen spijt van haar keuze om inderdaad naar Papendal te gaan. "Het voelt als een grote familie. Het is supervet en superleuk." Komend jaar speelt ze met het Talent Team weer mee in de eredivisie. "En ik ben gevraagd om mee te doen aan de wintertraining van Nederland B." Uiteindelijk wil ze als het lukt met Nederland A naar de echte Olympische Spelen. "Dat is het hoogst haalbare."