Fred Wildeman met zijn boek thuis op de bank in Huizen.
Fred Wildeman met zijn boek thuis op de bank in Huizen. Foto: Bob Awick

Fred Wildeman schrijft boek 'Een Buitenstaander' over jeugd

De vader van Fred Wildeman was overtuigd communist. Iets dat hij jarenlang verzweeg, maar waar hij nu een boek over heeft geschreven.

HUIZEN De vader van Fred Wildeman (72) was overtuigd communist. Iets dat Fred jarenlang verzweeg, maar waar hij nu het boek 'Een Buitenstaander - Notities en herinneringen van een "communistisch" jongetje' over heeft geschreven. "Nu praat ik er ook eindelijk gewoon over. Het is alsof ik nu compleet ben als persoon. Ik was de helft van mijzelf kwijt. Nu heb ik me er eindelijk van bevrijd."

"Ik kan terugkijkend nog niet geloven dat het echt gebeurd is", zegt Fred. "Het is toch krankzinnig? Dat mijn vader communist was, zegt toch niets over mij? Ik was een naïef jongetje."
Hij vertelt dat zijn vader vooral communistisch was door wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurd was. "In 1942 trouwden mijn ouders omdat ze gehoord hadden dat je dan niet naar Duitsland hoefde voor de Arbeidseinsatz." Niets blijkt minder waar. Zijn vader moet naar Bôohmisch Kamnitz, het latere Ceske Kamenice in Tsjechië. Omdat zijn moeder hem zo mist, reist ze hem uiteindelijk achterna en vindt daar werk. Daar wordt Fred geboren. "Als mensen mijn geboorteplaats zagen en wisten dat mijn vader communist was, kon ik het wel vergeten met werk. Dat vertrouwden ze niet. Daarom ging ik uiteindelijk bij een oom werken nadat ik klaar was met de 4-jarige handelsschool. Later vroegen ze er niet meer naar en vertelde ik het ook niet meer."
Dat hij verder leerde was al een unicum in die tijd. "Mijn vader werd vaak ontslagen, want hij leidde altijd wel ergens een staking. Hij was ook lid geworden van de partij, omdat hij geloofde in betere rechten voor arbeiders. We waren thuis arm en hadden soms niets te eten en dan kwamen al die mannen ook nog bij ons eten."
In Tuindorp/Oostzaan waar Fred opgroeide, was het grootste deel van de bevolking PvdA-gezind. "En juist tussen de PvdA en CPN (Communistische Partij Nederland) was het haat en nijd. Juist tussen die twee linkse partijen. De kinderen mochten niet met mij spelen. Ik had een, hooguit twee vriendjes."
Wel was hij als 11-jarig jongetje lid van de Uilenspiegelclub van de partij. "Daar schreef ik voor het blad. Dat was een mooie tijd. Ik heb zelfs nog in het AD gestaan met een foto toen ik de wereldberoemde wielrenner Wout Wagtmans interviewde nadat hij uitgevallen was bij de Tour de France." In augustus 1956 ging hij naar Boedapest in Hongarije en bracht hij een bezoek aan het Balatonmeer met de jeugdclub.
"Kort daarna vielen de Russen Hongarije binnen. Ik vreesde voor de levens van de vriendjes die ik net had gemaakt. De Waarheid, de communistische krant, en mijn vader spraken dat goed. Op dat moment zwoer ik het communisme al af. Ik geloofde er niet in."
Tegelijkertijd vreesde hij voor het leven van zijn vader. "Die avond werd Felix Meritis, het hoofdkantoor van de partij, bestormd. Mijn vader ging er direct naartoe. Er werd zelfs verhit lood van het dak naar beneden gegooid en de politie stond er met de armen over elkaar bij. Heel verwarrend allemaal."

Voor zijn boek ging hij terug naar zijn geboorteplaats en Hongarije. Ook vroeg hij bij de BVD een rapport op over zijn vader. "Zijn leven van 1947 tot zijn dood in 1980 staat erin beschreven. Hij was ook nog lid van de gemeenteraad in Amsterdam. Op elke pagina zijn wel namen zwart gemaakt. Weet je dat één op de vijf communisten voor de BVD werkte? Ze waren zo arm dat ze elkaar verraadden. Ik ben daar lang boos over geweest, maar nu begrijp ik het wel."