Theo Kikkert straalde zondag in haar nieuwe uniform van het Leger des Heils. Een droom is daarmee voor haar uitgekomen.
Theo Kikkert straalde zondag in haar nieuwe uniform van het Leger des Heils. Een droom is daarmee voor haar uitgekomen. Foto: Andrea Warnier

'Ik ben een kind van het Leger des Heils'

Theodora Kikkert (76), door de meeste mensen gewoon Theo genoemd, vierde afgelopen zondag dat ze 60 jaar heilsoldate is. "Dat is in mijn ogen iemand die durft te laten zien dat hij of zij kind is van onze lieve Heer en anderen wil helpen, en een luisterend oor biedt waar hij of zij kan." Ze omschrijft zichzelf als een kind van het Leger des Heils, omdat ze al jong terechtkwam in een kindertehuis van de organisatie in Indonesië, waar ze is geboren.

HUIZEN De oorspronkelijke akte die Theo Kikkert, voluit Theodora, ondertekende als 16-jarig meisje op 16 maart 1958 heeft ze nog. De tekst is geschreven in de oude spelling. Ook foto's uit die tijd zijn er nog, allemaal in zwart-wit. Inmiddels is ze 76 en 60 jaar heilsoldate bij het Leger des Heils. Een organisatie waar ze veel aan te danken heeft en ook een groot van haar leven aan gewijd heeft.

Wie Theo Kikkert kent in Huizen en omgeving, en dat zijn er velen, weet dat ze positief in het leven staat. Ken je haar beter, dan zal ze steevast tegen je zeggen dat ze van je houdt. Dat doet ze dan oprecht. Ze probeert altijd een zonnestraal in ieders leven te zijn, terwijl haar leven lang niet altijd over rozen ging.
Ze werd geboren in Batavia, het tegenwoordige Jakarta, en had twee broers en zussen. Door omstandigheden wist haar moeder niet goed voor haar te zorgen en haar vader bracht de kinderen naar het kindertehuis van het Leger des Heils. Ze was toen vier jaar oud. "Ik heb er een fijne opvoeding gehad en altijd contact gehad met mijn vader en moeder." Een jaar daarna overleed haar vader. Hij was een stuk ouder dan haar moeder, die op een gegeven moment een nieuwe vriend kreeg. "Ze ging naar Holland om zijn familie te ontmoeten, maar kon om de onafhankelijkheid door de oorlog niet meer terug."

De kleine Theodora was ondeugend. "Ik vocht ook weleens en binnen een paar dagen werd ik Theo genoemd." De tijd in het kindertehuis omschrijft ze als fijn. "Ik had heel veel broertjes en zusjes daar. Dit jaar organiseer ik voor de elfde keer een reünie, want heel veel kinderen zijn uiteindelijk naar Nederland gekomen. Ook ben ik al vaak terug geweest in Indonesië."

Al jong wilde Theo haar hartje aan de Heer schenken. Dat kon op de jaarlijkse jeugddag van de zondagsschool. "Ik kan me goed herinneren dat ik zeven jaar was. Ik liep met mijn ogen dicht naar voren. Ik struikelde over stoelen en benen, wat natuurlijk tot boze reacties leidde. Op een gegeven moment werd ik opgetild en op een stoel gezet door de leiding. Ik kreeg te horen dat ik altijd mijn hartje aan de Heer kon geven en ik deed echt mijn best om heel lief te zijn."
Op haar zestiende tekende ze de papieren om heilsoldate te worden. "Ik wilde bij het leger van de Heer horen. Het Leger des Heils is een mooie organisatie. Je krijgt er alle kansen. Ze vragen wat je wilt doen en daar krijg je dan de gelegenheid voor in een van de instellingen van het Leger des Heils. Na drie maanden krijg je een gesprek en kun je vertellen wat je ervan vindt en kun je eventueel ook iets anders doen. Ik gaf aan dat ik met bejaarden wilde werken en ben dat altijd blijven doen. Ik heb er veel geleerd. Ze leerden me ook om mijn moeder niets kwalijk te nemen."
Op haar twintigste kon ze met haar broers en zussen door inspanningen van het Leger des Heils met haar moeder en stiefvader in Nederland herenigd worden. Een moeilijke tijd voor Theo, die inmiddels haar eerste vriendje had, en alles in Indonesië moest achterlaten. Ze had wel wat Nederlands geleerd, van hem en anderen, maar het was moeilijk om zich in Nederland verstaanbaar te maken. Gelukkig sprak haar stiefvader ook prima Maleis en zette hij zich in voor de kinderen in Nederland.
"Hij had werk voor ons geregeld bij Philips. De jongens wilden eigenlijk militair worden in Nederland, maar die werden afgewezen. Ik denk dat ze nog te veel Indonesië in zich hadden." Na een paar weken hield Theo het voor gezien bij Philips. Ze voelde zich er niet prettig. Haar stiefvader regelde toen een plek bij De Lichtenberg in Amersfoort, waar ze met ouderen kon werken. "Die mensen waren blij met me, want er waren ook veel mensen uit Indonesië en die vonden het heerlijk om Maleis te spreken."
Theo wilde zelf beter Nederlands leren. In Indonesië had ze maar op school gezeten tot de vijfde klas lagere school. Het Leger des Heils gaf haar daarom de kans te gaan werken in de Blinkert in Baarn, omdat ze dan fietsend naar Hilversum kon om de avond-ulo te bezoeken. "En daar gebeurde het", zegt ze. "Daar ontmoette ik mijn huidige man Daan. Hij was goed in algebra en meetkunde. Ik helemaal niet. Ik vroeg hem of hij mij wilde helpen en dan zou ik hem met taal helpen, want daar was ik goed in. Hij kwam altijd met de brommer en vroeg mij hoe ik naar huis ging. Ik zei hem dat ik op de fiets ging. Vanaf dat moment bracht hij me elke keer uit school naar huis en hoefde ik niet te trappen. Mijn vriendje in Indonesië was echt een kinderliefde. Met Daan was het totaal anders."
Theo en Daan werden gezegend met drie dochters: Andrea, Ingrid en Bace. Inmiddels zijn ze ook de trotse grootouders van Ramon en Kevin. Het Leger des Heils bleef altijd een grote rol spelen in Theo's leven. Ze bezocht er de diensten en doet er nog steeds vrijwilligerswerk. Elke woensdag is ze te vinden in Het Palet aan de Bussumerstraat in Hilversum. "Daar biedt ik onder andere mensen een luisterend oor."
Afgelopen zondag werd ze in het bijzijn van haar familie en vrienden in het zonnetje gezet tijdens de kerkdienst van het Leger des Heils, omdat ze inmiddels al 60 jaar heilsoldate is. Haar dochter Ingrid zorgde er samen met haar man René voor dat Theo's diepste wens uitkwam: een mooi nieuw uniform. "Ik ben een gelukkig mens. Zo ben ik zondag ook mijn dankwoord begonnen. Ik ben een kind van God en het Leger des Heils. Dat zal ik altijd blijven. Als de mensen die dit lezen anderen hetzelfde geluk als mij gunnen, dan wil ik ze vragen gul te geven bij de collecte. Ik hoop dat ik nog lang mijn geluk kan delen en als de tijd daar is, wil ik graag in mijn uniform begraven worden."