Afbeelding
Foto: Huizer Museum

De molen en de molenaar

huizen De geschiedenis van Huizen komt tot leven in het Huizer Museum. Vanavond is een avondopenstelling in het museum en deze is gratis toegankelijk voor iedereen die Molenaar, Mulder of Wieken heet. Want het museum staat in het teken van de molen.

Al vanaf het moment dat Huizen rond 1400 zelfstandig werd had het dorp het grootste percentage armen en was een boerendorp, met een kerk, een molen en meenten aan de Zuiderzee.
De molen was een korenmolen en een belangrijke schakel in de voedselproductie. De meelhandel was strak geregeld: molenaars mochten niet in meel handelen, bakkers mochten niet malen. Voor al zijn meel ging de bakker met graan uit eigen voorraad naar een molenaar om er weer meel in ontvangst te nemen. Ook op het platteland, waar de boeren hun eigen brood bakten, ging de boer met gedorst graan naar de molenaar en kreeg er, na betaling van het maalloon, meel voor terug.
Vanwege de unieke positie van de molenaar werd deze tot eind 19de eeuw dan ook gezien als notabele van een gemeenschap. Ondanks de vele regels en wetten werden de handelswijzen van deze kleine industriƫlen vaak in twijfel getrokken. De molenaars werden er vaak van beticht met hun mouw graan of meel 'mee' te scheppen voor eigen gebruik.

Een molen stond op het hoogste punt in het dorp. Als de molen niet draaide, speelden er altijd veel kinderen op de heuvel. Bij de Huizer molen stond een hek dat mensen en kinderen enigszins op een afstand moest houden. Uiteraard moest men wel altijd 'een oogje in het zeil houden'.
Het molenaarschap ging vaak over van vader op zoon. In 1872 overleed molenaar Evert van den Born. Men had het met de nabestaanden te doen. Een inzamelingsactie onder leiding van de toenmalige burgemeester zorgde ervoor dat zijn weduwe Jannetje voldoende middelen had om het gezin met 5 kinderen 1,5 jaar te kunnen onderhouden. Jannetje (ook wel Jansje van de Molenberg) besluit het molenaarswerk voort te zetten, samen met haar neef Hendrik van den Born. Zij besloot 'op eigen wieken te drijven'.
Begin 20ste eeuw, toen meelfabrieken en maalderijen het werk overnamen, overleefden maar weinig windmolens deze verandering. Ook Jansjes 'molen maalde niet meer'. In 1915 overleed de laatste molenaarster in armoede.

Van Jansje zijn niet veel foto's. Zij was 'fotoschuw'. Dit is de enige afbeelding die we van haar hebben. En we kunnen niet met honderd procent zekerheid zeggen dat zij het is, omdat niemand het bevestigen kan. Daarom ook een oproep: mocht iemand nog foto's van haar hebben of weten waar wij deze kunnen vinden, dan horen wij dat graag bij het Huizer Museum.
Voor wie meer wil weten over de molen is vanavond, donderdag 18 april, een avondopenstelling van het museum. Om 19.30 uur gaat de deur open. Iedereen met een aan een molen gerelateerde naam mag gratis naar binnen. Dus welkom aan alle Molenaars, Mulders, Wieken...