Brandweerman Ben: 'Elk brandje begint klein, maar kan dodelijk zijn'
Al zeven jaar geeft Brandweer Gooi en Vechtstreek voorlichting aan leerlingen van groep 4. Brandweermensen leren hen op een speelse manier hoe zij moeten reageren bij brand.
HUIZEN Gewapend met een aansteker voor een klas gaan staan. Dan heb je de aandacht, merkt ook brandweerman Ben Derriks (62). "Elk brandje begint klein, maar kan dodelijk zijn", vertelt hij aan groep 4 van de Van der Brugghenschool. De 23 leerlingen krijgen van hem een les brandveilig leven die ervoor moet zorgen dat branden voorkomen worden, maar ook dat kinderen zich kunnen redden in een noodsituatie.
De lessen werken, blijkt in de praktijk. "Kinderen komen thuis en beginnen daar over rookmelders en je merkt dat dat beter werkt dan een folder", vertelt de Bussumse brandweerman Ben Derriks. De Van der Brugghenschool doet al jaren mee aan het project en volgens juf Annemieke van groep 4 is Ben een van de leukste voorlichters. Hij komt met de leskoffer de klas in en toont met een knipoog zijn spierballen. "Wij van de brandweer moeten natuurlijk sterk zijn", zegt hij lachend terwijl hij de zware koffer in de vorm van een brandweerauto op tafel tilt.
De leerlingen zitten op het puntje van hun stoel om maar niets te hoeven missen. Uit de koffer komen een miniatuurladderwagen, maar ook foto's van een flinke steekvlam in een keuken en een verbrande knuffel. Met grote ogen kijken de kinderen naar de knuffel, volgens brandweerman Ben gered uit een woning na een woningbrand.
De klas is minder stil als Ben vraagt wat je moet doen bij brand. "112 bellen", brullen de leerlingen. Met een 'echte neptelefoon' speelt hij met een leerlinge een incident na. Ze 'belt' de alarmcentrale en al pratende leert Ben haar wat ze moet zeggen als er echt een brand is. Hoe je een brand ontdekt is het volgende onderwerp. "Weet je wat er 's nachts ook slaapt? Dat is je neus", is de les. Uit de brandweerkoffer komt een rookmelder en het oorverdovende kabaal klinkt door de klas. Van schrik slaan de kinderen hun handen voor hun oren, maar de boodschap is duidelijk: de rookmelder kan je wakker maken. Hoe je veilig buiten komt is de volgende vraag. Geblinddoekt lopen enkele kinderen een paar minuten later door de klas, terwijl brandweerman Ben stiekem elke keer een stapje verderop gaat staan. "In de rook zie je ook niks. Ruim je kamer op, want dan weet je de uitgang beter te vinden. Blijf in rook altijd laag, want daar kun je beter overleven."
Bij elk onderwerp dat Ben aansnijdt gaan zeker zes vingers de lucht in. Het zijn niet zozeer vragen maar opmerkingen die hij krijgt. "Als je geen douche hebt om je brandwond te koelen, kun je er dan overheen plassen", vraagt een jongetje grijnzend. Ben vindt het ludiek, maar adviseert naar de buren te gaan. Hij laat een brandwond op zijn hand zien, 20 jaar geleden opgelopen en nog steeds zichtbaar. Leert ze met de slogan 'niet hollen maar rollen' wat je moet doen als je in brand staat. En wat je moet doen als er vlam in de pan is. De foto van een steekvlam laat zien hoe het niet moet: niet met water blussen maar als een ridder met schild de deksel op de pan doen. Aan het eind houdt hij ze een spiegel voor. Met het boekje 'De grootste veroorzaker van brand' loopt hij rond. Nieuwsgierig komen de kinderen kijken wat erin staat; het is een spiegel waarin ze zichzelf zien.
De leerlingen gaan naar huis met een tas met leerboekje, sticker en sleutelhanger. Brandweerman Ben laat aan het eind nog even horen waarom hij een populaire voorlichter is. Juf Annemieke krijgt van hem een serenade. Onder luid gejoel en gejuich wordt hij uitgezwaaid. Op naar één van de andere vijftig scholen die tussen half maart en 1 juli meedoen.