Afbeelding
Foto: Huizer Museum

Werk van vooruitstrevende en excentrieke Kiek Vander bij 'Van Bot tot Pot'

De Eerste Steenwijker Kunst-Aardewerk Fabriek (ESKAF) werd opgericht in Steenwijk (1919). In 1927 verhuisde de failliete fabriek voor een herstart naar Huizen.

Tijdens het interbellum waren het turbulente tijden voor bewoners van de Zuiderzeedorpen. De Lelywet was aangenomen en de Zuiderzee zou afgesloten worden. Bouwwerkzaamheden waren toen al in volle gang. En omdat de Zuiderzee afgesloten zou worden, waren vissers op zoek naar andere bronnen van inkomsten. Vele vonden werk in de bouw, kaashandel en grote en kleine industrie. Maar ook in het aardewerk. Veel vrouwen die in de visindustrie werkten moesten nu ook op zoek naar ander werk en kwamen terecht in de fabrieken. Zo ook bij de ESKAF.

De ontwerpers Hildo Krop (beeldhouwer en later stadsarchitect van Amsterdam), Willem van Norden (hoofd schildersafdeling en ontwerper) en Willem Evers (schilder en later ontwerper van het Huizer Bont) verhuisden in 1927 mee naar Huizen. Veel van hun ontwerpen werden in Huizen hergebruikt en voorzien van andere decors.
In 1928 komen er een bijzonder dame en haar zus bij de ESKAF werken: Kiek en Bep Vander. Kiek is dan 24 jaar. Ze gaat decors schilderen op bestaande modellen. Ze schildert in heldere en frisse kleuren. Haar decors zijn duidelijk te herkennen en zijn bijzonder in de ESKAF-collectie.

In de archieven lezen we: 'Kiek Vander maakte leuke frisse decortjes op de scherf. [..] na gespoten te zijn met transparante glazuur, waarvan de krimp na het bakken ongelijk is aan die van de scherf, was het resultaat craquelé. Door het product een nachtje in een bruin koud aftreksel van koude thee te laten staan werden de scheurtjes zichtbaar. Dit decor heette naar de ontwerpster: Vandra.' Ook het decor Craquele is van haar hand. Of ze ook aardewerk ontworpen heeft, kan niet met zekerheid worden gezegd.
Kiek Vander was een vrouw zoals je die niet snel zag in Huizen. Ze droeg geen klederdracht. En ook geen burgerdracht zoals in die dagen steeds vaker gedragen werd door de Huizer bevolking. Ze kleedde zich in een broek met klompen en een blouse, was vooruitstrevend en excentriek. Kiek werkte ruim een jaar bij de fabriek. Vermoedelijk kon ze haar creativiteit in de fabriek niet kwijt. Ze vertrok en zwierf enkele jaren door o.a. Italië en Frankrijk. In 1933 vestigde ze zich voorgoed in Berlijn. Ze werd architect en leverde na de WOII een bijdrage aan de wederopbouw van de stad.

Afbeelding