Ode aan het oor

jij omgevouwen kraakbeenkrul
aan beide zijden van mijn hoofd
die elke trilling elke ruis
in glijbanen spiraalsgewijs
langs fijn bevleesde kronkels loodst
naar mijn geheime luistergang

jij bent hier tot plat staal herleid
en op een kale stam geënt
die jij gretig ontgroeien wil
om je te krullen als een oor
dat niets anders begeren kan
dan zonder huid stokdoof te zijn

jij oor of krul misvormd of niet
elite-oor of bloemkooloor
bejaardenoor of puber-oor
jij kenmerkt mensenhoofden meer
dan elke gladde vogelkop
met oortjes onder 'n verendek