Twijfel

Als het lente wordt
– jong riet kruipt net bovengronds –
hengelt Benjamin:
dobbert in de sloot mijn schuld
aan het noodlot van de vis?

Als het zomer is
– het verwarrend riet staat hoog –
piekert Benjamin:
of treft alle vissers blaam
voor de visvlucht uit de sloot?

Als het nazomert
– heel de rietkraag is verveend –
twijfelt Benjamin:
wie de schuld heeft van de vlucht
is misschien het riet, of niet?