Afbeelding
Foto: Bob Awick

Houtkachel mag blijven

De huurder van een woning in de Huizense Crocusstraat mag zijn houtkacheltje blijven branden. Dat heeft de kortgedingrechter in Lelystad vandaag bepaald. Volgens de kortgedingrechter heeft de woningbouwvereniging niet aannemelijk gemaakt waarom de huurder geen kachel meer mag branden.

De woningbouwvereniging spande een

kort geding aan

tegen de huurder omdat zij vindt, dat nu het pand volledig wordt gerenoveerd en duurzaam wordt gemaakt, de bewoner zijn houtkachel moet wegdoen. Zij eiste het verwijderen van de kachel en het dichtmaken van de schoorsteen.

Dat is nodig volgens de Alliantie omdat er een nieuw ventilatiesysteem moet worden geïnstalleerd om de lucht goed te verversen. Volgens de raadsman van de Alliantie W. Vos was er vroeger voldoende tocht maar na de renovatie zou alles potdicht zitten. Een ventilatiesysteem en een kachel kan volgens Vos niet samen: “Dat is onveilig.”

‘Waaruit kan worden afgeleid dat dit algemeen belang zwaarder weegt dan het persoonlijk belang?’

De kortgedingrechter volgt die stelling niet. In haar vonnis schrijft ze dat de Alliantie toch tenminste met een rapport had moeten komen om haar te overtuigen van deze onveiligheid. De kortgedingrechter: “Waaruit kan worden afgeleid dat dit algemeen belang zwaarder weegt dan het persoonlijk belang?”

De bewoner stelt dat hij in 2008 toen hij de woning aanvaardde een brief van de Alliantie heeft gekregen waarin staat dat hij van ‘zijn huis zijn thuis’ moet maken: “Dat heb ik gedaan en nu moet ik ineens mijn kachel wegdoen.”

Volgens de Huizer is het veilig in zijn woning. De kachelspecialist had ‘m dat uitgelegd. Bovendien zegt hij: “Ik heb ventilatieschuifjes in mijn ramen waardoor ik genoeg frisse lucht kan krijgen.” Bovendien heeft hij rook- en CO2-melders laten plaatsten.

Ook de vordering van de Alliantie om toegang tot de woning te krijgen om hang- en sluitwerk te vervangen vindt de kortgedingrechter niet geloofwaardig: “Uit niets blijkt dat de huurder niet zou willen meewerken.” En ze wijst de vordering af.

Nu de woningbouwvereniging in het ongelijk is gesteld, zijn de proceskosten voor haar kosten.