Huizers blij met versoepeling coronamaatregelen
Demissionair premier Mark Rutte kondigde vrijdag 18 juni versoepeling van de coronamaatregelen aan. We hebben een aantal Huizers om hun mening gevraagd. Over het algemeen zijn ze blij, maar er zijn ook zorgen. Marcel van Thienen en Hanneke van Bruinessen laten weten hoe zij erover denken.
De versoepelingen gaan zaterdag 26 juni in. Een mondkapje dragen is dan niet meer verplicht op plaatsen waar gemakkelijk anderhalve meter afstand kan worden gehouden. De vaccinatiecijfers die op vrijdag 18 juni werden gemeld door Hugo de Jonge, luidden als volgt: in Nederland zijn nu om en nabij de 13 miljoen mensen gevaccineerd waarvan 5 miljoen mensen twee keer. De anderhalve meter blijft de norm.
Eerder versoepelen
“Het is de hoogste tijd dat ze gaan versoepelen. Het had al veel eerder gekund, maar het is fijn dat het nu kan. Veel mensen leefden de regels al niet goed na. We zagen dat de cijfers de goede kant opgingen. Wat mij betreft hadden de regels voor de horeca al eerder versoepeld kunnen worden”, zegt Marcel van Thienen, terwijl hij ondertussen zijn auto inlaadt.
“Ook bij het aantal mensen dat je thuis mocht ontvangen, zag je dat het niet werkte. Mensen zochten elkaar tóch wel op. In de horeca kun je de veiligheidsmaatregelen gemakkelijk hanteren. Je zag veel ongelijkheid. Dat viel niet uit te leggen.”
Grote flauwekul
Dankzij de versoepelingen zullen mensen de dingen die nu nog niet mogen, beter volhouden, denkt hij. “Dat hele mondkapjesverhaal is grote flauwekul. We hoorden al dat Jaap van Dissel, infectioloog en directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, er niet voor was.”
“Die mondkapjes moet je telkens verversen en op de juiste manier gebruiken. Je moet ze zo min mogelijk aanraken en mag ze niet in je broekzak stoppen. Toch doet iedereen dat. De hele werking gaat zo verloren. Waar ik wel in geloof, is in het goed gebruik van een echt medisch mondkapje, maar in de werkelijkheid gebeurt dat helemaal niet.”
Om de nek vliegen
“Hetzelfde geldt voor leerlingen van het middelbaar onderwijs. Op school moeten ze anderhalve meter afstand houden, hun handen desinfecteren en mondkapjes dragen, maar buiten het schoolplein vliegen ze elkaar gewoon om de nek! Na het examen gaan velen met elkaar op vakantie naar het buitenland. Er werd een schijnveiligheid gecreëerd.”
Naar de supermarkt ging Marcel van Thienen in coronatijd niet. De boodschappen liet hij thuis bezorgen. “De lol is ervan af wanneer je in je eentje boodschappen moet doen. Vroeger nam je de kinderen mee. Het was een soort uitje en je nam een kopje koffie en deed spelletjes met de kinderen. Dat is er nu niet bij.”
Horeca en bioscoop
Marcel van Thienen is blij dat de horeca weer verder opengaat en meer gasten mag ontvangen. “Ik zie ernaar uit. Lekker met mijn vrouw uit eten of op een terras zitten met vrienden. Het is fijn dat het weer kan. Ook verheug ik me erop weer met de kinderen naar de bioscoop te gaan. Dat was ook zo scheef: de school huurde de bioscoop af om les te kunnen geven, maar mensen mochten er niet naartoe om een film te gaan zien.”
“De versoepelingen voor de bioscopen hadden ook veel eerder gekund. Ga je met je kind naar een speelparadijs, dan zie je dat het er leeg is. Hetzelfde geldt voor dierentuinen. Bezoekers verspreiden zich over een groot oppervlak. Er komen er misschien honderd, die kom je dan echt niet tegen. Dat beurzen en stadions dicht bleven, dát begrijp ik.”
Terug naar lockdown
Straks gaan weer veel mensen op vakantie naar het buitenland. Wat er gebeurt wanneer iedereen weer terug is, moeten we maar afwachten. “Ik hoop niet dat we dan weer teruggaan naar een lockdown. Vaccineren helpt dus ik hoop echt dat het niet nodig zal zijn.”
Marcel van Thienen denkt dat corona altijd wel zal blijven bestaan. Wellicht wordt er straks weer een cocktail gemaakt waarin dan iets zit wat corona en mutaties daarvan bestrijdt en dat iedereen elke jaar een prik moet halen net als bij de griepprik, denkt hij
De afgelopen tijd had hij een begrafenis die hij digitaal kon volgen. “Het is mooi dat het kan, maar ook voelt het heel vreemd. Ik zat op mijn werk, logde in op de begrafenisdienst, keek ernaar en vervolgens ging ik weer aan het werk. Dat voelde erg raar.”
Weer naar kantoor
Hij denkt dat straks iedereen weer alles gewoon zal vinden. “De mensen zullen weer naar festivals gaan. Het wordt weer als van ouds. Het thuiswerken zal niet worden afgeschaft, maar men zal half thuis en half op kantoor werken. Een kantoor heeft toch een functie. Het samen zijn met collega’s werkt bevorderend. Creativiteit onderling heb je alleen daar.”
“Een kantoor heeft ook een sociale functie en werknemers hebben vaak een band met het bedrijf. Het digitaal vergaderen zullen ze erin houden, maar de eendagtrips naar Londen en Berlijn doen we nu niet meer.” Of de mensen hun vrijheid vanaf nu meer zullen gaan waarderen, betwijfelt hij. “Het collectief geheugen van de mens is vrij kort.”
Blij en bezorgd
Hanneke van Bruinessen is net klaar met boodschappen doen. Ze heeft tijd voor een gesprek over de versoepelingen. “Ik zat niet voor de buis toen Mark Rutte sprak want ik was naar de film. Wel keek ik tijdens de film af en toe even op mijn telefoon om te zien wat hij had gezegd.”
“Het meeste wist je eigenlijk al van tevoren. Ik was wel blij met de versoepelingen, maar ook vind ik het eng dat ze dit al zo snel doen. Moet dat wel? Het is heerlijk dat we die rare dingen niet meer hoeven te doen, maar die festivals… nee. Mijn kinderen gaan er overigens wel heen.”
‘Ze denken echt niet meer na over afstand houden’
“Al die mensen die in de zomer weer op vakantie gaan; dat vind ik riskant. Straks krijgen we weer dezelfde gevolgen als vorig jaar: een piek in het aantal besmettingen. De jongeren gaan in het buitenland lekker eten, drinken en feesten. Ze denken dan echt niet meer na over afstand houden. Alles gaat redelijk snel. Het voelt dubbel: een aantal dingen mogen weer en dat is fantastisch en voor de economie is het ook goed dat er wordt versoepeld.”
“De mondkapjes vond ik erg benauwend. Super dat we ze nu minder vaak op hoeven en ik vind het ook heel fijn dat ik weer lekker met mijn vader naar een restaurant kan gaan. Ik ben 75 procent blij. Toch blijf ik voorzichtig. Liever doe ik mijn boodschappen op een rustig moment, maar dat lukt gewoon niet altijd. Het zal genieten, maar ook even wennen zijn als er straks weer meer kan en mag. Als we maar voorzichtig blijven doen en blijven nadenken over wat we doen.”