Chiel en Tessa maken hier aardbeienijs.
Chiel en Tessa maken hier aardbeienijs. Foto: Bob Awick

Hart van Huizen-ijsje

Ondernemersvereniging ‘t Hart van Huizen onthult morgen een grote banner op het oude postkantoor aan de kant van het Prins Bernhardplein. Ter gelegenheid daarvan hebben ze Chiel van Maurik van Chielato’s aan de Naarderstraat gevraagd of hij een speciaal Hart van Huizen-ijsje wilde maken.

“Leuk hè”, zegt Chiel in zijn vrolijk gele ijssalon. “Ik word wel vaker gevraagd om dit soort dingen te doen. Je kunt ijs maken met allerlei smaken. Er zijn concullega’s die frikadelijs of haringijs maken. Dat zou ik niet zo gauw doen, maar het kan.”

Dus ging hij voor de ondernemersvereniging waar hij zelf al tientallen jaren lid van is aan de slag. “Ze willen iets in hun kleuren lichtgroen en zwart. Dan denk je aan wat je al hebt. Voor groen kan je bijvoorbeeld denken aan pistache-ijs, maar dat is te groen. Of komkommer, maar dat is niet zo populair.”

Niet verklappen

Wat het uiteindelijk is geworden, mogen we nog niet verklappen, maar het smaakt bijzonder verrassend en zomers fris. “Morgen presenteer ik het ijs tijdens de bijeenkomst bij de banner om 12.00 uur. Daarnaast zal het zo af en aan te koop zijn. Helaas is de Huizerdag er niet meer, anders had dat ook een leuke dag geweest voor zo’n ijsje.”

In dit geval was het vrij makkelijk uit om dit ijs speciaal voor deze gelegenheid te maken. “Je moet dan wat uitproberen en soms heb je in een keer een goede balans en smaak. Soms is het lastiger. Dan wil je liever opgeven. Nu heb ik bijvoorbeeld een verzoek om spekkoekijs te maken. Dat is niet zo een, twee gebeurd.”

Het verzoek komt van iemand die bij een bruiloftsviering een Indische maaltijd wil hebben met spekkoekijs als toetje. “Dan ga ik dus eerst op zoek naar het recept van spekkoek en dat moet ik dan zien te vertalen naar ijs dat dezelfde smaak heeft. Dat zal nog best spannend worden, want het is niet alledaags.”

Vak op zich

Chiel leerde het vak van zijn vader, die ook ijs verkocht. “Ik stond eerst in de salon achter de toonbank en leerde daarna ijs maken.” Het is een vak op zich en vergt een investering. Toen hij zijn croissanterie in de Kerkstraat begon, besloot hij daarom om ijs van de Hoop te verkopen. “Zo’n croissanterie runnen vraagt al genoeg van je.”

Uiteindelijk besloot hij om te stoppen met de croissanterie en zijn eigen ijssalon te openen. “In het begin dachten mensen dat ik het ijs van de Hoop verkocht, maar ik maak het echt zelf. Mijn ijs smaakt ook net wat anders als mijn concullega.”

Nu hij zeven jaar verder is, blikt hij tevreden terug. “Inmiddels heb ik een tuk-tuk laten bouwen om ijs en koffie te verkopen en heb ik twee ijskarren.” Als hij nog een wens heeft voor de toekomst is het wel dat hij op de markt kan staan met zijn tuk-tuk. “Dat heb ik een keer gedaan, maar de regels zijn zo streng, dat heeft voor mij geen zin.”

‘Het heeft voor mij geen zin om er dan ook de hele ochtend te zijn om te verkopen’

Hij vertelt dat hij zich dan om 7.00 uur moet melden bij de marktmeester en als er plek is, mag hij ergens staan. “Maar de ijsverkoop start meestal pas na de lunch. Het heeft voor mij geen zin om er dan ook de hele ochtend te zijn om te verkopen. Ik zou wel de tuk-tuk kunnen neerzetten en later open gaan, maar dat mag allemaal niet.”

Wat wel kan is venten en bij mooi weer rijdt er dan ook vaak een kar langs het strand aan de zomerkade. “Je moet er alleen wel de handjes voor hebben. Die heb ik gelukkig nu wel. Tachtig procent van de seizoenskrachten werk hier al zo’n zes jaar. Schijnbaar vinden ze het wel leuk hier.”

Zijn rechterhand is op dit moment Tessa Raadsheer. “Ze is fulltime in dienst en dat is heel fijn. Dan heb ik mijn handen af en toe vrij om iets anders te kunnen doen.” Helaas voor Chiel gaat Tessa studeren, dus zal hij op zoek moeten naar iemand anders. “Dan moet ik het inderdaad iemand anders leren.”

Coronacrisis

Van de coronacrisis heef hij gelukkig weinig last gehad. “Ik was er snel bij met een oplossing. Daar heb ik zelfs mee in het vakblad gestaan van de ijsvakvereniging. Vorig jaar ging ik zaterdag 14 maart open en de volgende dag moest ik weer dicht. Toen heb ik maandag het terras opgeruimd en ben ik met tape een ingangs- en uitgangsroute en vakken gaan maken. Gelukkig hebben wij genoeg ruimte voor de deur, zodat iedereen afstand kan houden.”

Dinsdag 17 maart 2020 ging zijn salon weer open. “Omdat er verder zo weinig te beleven was, werd een ijsje halen een echt uitje.” Met zijn ijssalon valt hij onder toonbankverkoop en met de juiste maatregelen hoefde hij daarom niet meer dicht. “Dit jaar ben ik zelfs drie weken eerder open gegaan, omdat het al mooi weer was in februari.”

Inmiddels heeft hij ook een grote vaste klantenkring opgebouwd en zelfs met het druilerige weer van nu komen er regelmatig klanten binnen voor een ijsje. “Het is echt lekker hoor”, zegt een mevrouw. Ze komt oorspronkelijk uit Italië en daar maken ze pas echt ijs, maar Chielato’s is volgens haar de beste in Nederland.

Goed zijn

Chiel kan er om lachen. Hij heeft duidelijk plezier in zijn werk. “Van die vaste klantenkring moet ik het hebben. Daarom moet mijn ijskwaliteit goed zijn. Anders komen ze niet terug. Dat is anders dan in een toeristenstad waar je het van voorbijgangers moet hebben. Die komen hier trouwens ook langs, want we zitten aan een fietsroute. Niets te klagen. Nee, ik houd het hier nog wel uit tot mijn pensioen.”