Caroline Kooij runt samen met haar vriend Daan Berghout de in deze regio wereldberoemde IJssalon De Hoop.
Caroline Kooij runt samen met haar vriend Daan Berghout de in deze regio wereldberoemde IJssalon De Hoop.

'IJs bereiden, ondernemen, de mensen. Ik hou van dit vak!'

BLARICUM - Caroline Kooij (34) kan je diploma's, oorkondes en andere getuigschriften laten zien over hoe bekwaam ze is in ijs bereiden. Maar de rijen die er voor haar IJssalon De Hoop in Blaricum staan, zeggen genoeg. Een gesprek met een zelfstandig onderneemster en moeder. "We wonen naast de zaak, dus als onze dochter Roos lekker slaapt, sta ik hier ijs te bereiden met de babyfoon aan."

door André Verheul

Carolines overgrootvader is meer dan 100 jaar geleden met De Hoop begonnen. Een zaak in boter, kaas en eieren was het toen nog. Het ijs kwam er later bij. De zaak ging over van vader op zoon en daarna op de volgende zoon, Carolines vader Peter Kooij. "Mijn vader gooide de kaas er gelukkig uit, want ik moet er niet aan denken dat ik hier ook nog kaas had moeten staan snijden", zegt Caroline, die de zaak in 2010 overnam. Ze runt de zaak samen met haar vriend Daan Berghout. Met coupes, ijskarren en ijstaarten is het beredruk, maar niets kan tippen aan het handijs.

We treffen Caroline op een zonnige vrijdagochtend, een uur voordat de zaak opengaat. Ze vliegt van hot naar her, want er moet van alles afgehandeld worden. Een zakelijke bestelling noteren hier, een ijstaart daar. Ze verontschuldigt zich voor de hectiek, neemt nog een telefoontje aan, vliegt weer naar de keuken en roept: "Weet je, ik hou echt van dit vak." Een vaste horecaklant uit Lelystad wacht op zijn bestelling en vertelt en passant dat zijn broer een ijssalon in Bussum heeft geopend. "Maar ik blijf hier mijn ijs halen, hier is het nu eenmaal het lekkerste", zegt hij en loopt tevreden met een stapel koelboxen de deur uit.

Ben je altijd zo druk?
Caroline: "Ja, er moet altijd veel gebeuren. Zeker nu de zon schijnt, dan is alles vijf keer zo druk."

Je houdt van je vak, riep je net. Wat is het dat het zo mooi maakt?
"Het ijs bereiden. Met mensen omgaan. Het ondernemen. Ondernemer zijn is spannend. Ik heb wel de verantwoordelijkheid over dertig man personeel. En voor ons gezinnetje. Het is heel anders om hier te werken als zelfstandig ondernemer dan als manager. De enige naar wie je kunt wijzen als het misgaat, ben je zelf."
Je bent een van de weinige vrouwelijke Meesterijsbereiders. Hoe komt dat?
"Er zijn circa 35 meesterijsbereiders, ik was de derde vrouw. Het is een mannenvak. De meeste ijsbereiders hebben de zaak overgenomen van hun vader en meestal zijn dat van oudsher banketbakkers. Er komen wel steeds meer vrouwen bij, maar op dit niveau nog weinig. Ik vind het echt heel leuk, wilde wedstrijden winnen, woonde allerlei cursussen en workshops bij. En ik heb mijn mondje mee..."

'Het is een mannenvak. Er komen vrouwen bij, maar niet op dit niveau'

Hier krijg je het lekkerste ijs van Nederland, zeggen ze. Wat maakt jou zo goed?
"Poeh... Ik denk dat dat komt doordat ik allround ben. Ik ben geïnteresseerd in mijn vak. Dat ik wedstrijden win, komt vooral door mijn smaakcombinaties. Maar het zit uiteraard ook in de bereiding. En je zegt het lekkerste ijs van Nederland, maar ik heb goede collega's die minstens net zulk goed ijs kunnen bereiden. Elke regio heeft dé ijssalon van Nederland. Dat is ook waar we als Meesterijsbereiders voor staan. We denken niet alleen aan ons eigen ijsje, maar om het vak van ambachtelijke ijsmaker in Nederland. We geven cursussen en nemen examens af. Dat doe ik ook nog."

Maar je hebt toch wel je eigen recept? Met geheime ingrediënten?
"Natuurlijk. En wat die ingrediënten betreft: ons geheim is vooral dat alles vers is. We hebben een hoge doorloopsnelheid."

Wat kost een bolletje?
"90 cent nog steeds. In de rest van Nederland ligt het tussen de 1 euro en 1,50. En dan krijg je een knikker. Wij geven een lekkere grote bol. Nee, onze prijs hoeft niet omhoog. We nemen genoegen met een bepaalde brutowinst. Ik hoef er niet rijk van te worden. Dat meen ik, ja. Ik heb veel liever dat vaders en moeders en hun kindjes hier een ijsje met twee bolletjes nemen omdat het kan. Een heel goed ijsje ook nog. Het is toch fantastisch dat ik al die mensen blij kan maken met mijn ijsjes? Dat is waar ik het voor doe."

Hoe ziet de toekomst er uit. Wat wil je later worden?
"Als ik groot ben...? Eh, laat me daar even over nadenken. Ik vind wel dat mijn bedrijf volwassen is geworden. De keuken was veel te klein; die hebben we verbouwd waardoor het productieproces nu veel makkelijker is geworden dan in de tijd van mijn vader."

Ben je beter dan je vader?
"Hmm... Nee. Mijn vader is een fantastische ijsbereider. Er komt vandaag de dag echter meer bij kijken. Het is een andere tijd. Ik heb Hogere Hotelschool gedaan, dus daar leer je ook over organisatie, planning, financiën. Mijn vader heeft veel meer uren moeten werken dan ik. Omdat het minder efficiënt ging. Hij staat 's ochtends trouwens nog steeds ijs te draaien. Als hobby, omdat hij het leuk vindt."

Caroline schrikt op, er is een schoolklas in aantocht. Het blijkt de Oranje Nassauschool uit Muiderberg. Ze zijn op kamp geweest en hadden gebeld of ze hier rond deze tijd een ijsstop konden maken. De ijssalon is nog dicht, dus Caroline spoedt zich naar voren om de deur van het slot te halen en neemt vervolgens plaats achter de bakken vol kakelvers ijs in de vitrine. IJsschep in de ene hand, de hoorntjes in de andere. "Zeg het maar, welke smaak willen jullie?" De kinderen, het zijn er zeker dertig, mogen van de meester allemaal twee smaken uitkiezen ("90 cent? O, doe dan maar twee"). Caroline schept voor elk kind een hoorntje royaal vol, het plezier straalt van haar gezicht.

Tussendoor roept ze: "Je vroeg toch naar de toekomst? Ik weet het: een goede balans vinden tussen de zaak en privé."

De eerste mooie dag van dit voorjaar bij De Hoop.