Burgemeester Joan de Zwart-Bloch trad in Blaricum op als gastvrouw voor het gesprek met haar collega's Elbert Roest van Laren (links), Roland van Benthem van Eemnes en Fons Hertog van Huizen (rechts).
Burgemeester Joan de Zwart-Bloch trad in Blaricum op als gastvrouw voor het gesprek met haar collega's Elbert Roest van Laren (links), Roland van Benthem van Eemnes en Fons Hertog van Huizen (rechts). Foto: Bob Awick

'Organisch groeien in ons eigen tempo'

HUIZEN/BEL - Zet vier burgemeesters uit 't Gooi bij elkaar en het gaat al snel over gemeentelijke herindeling (gemeentefusie). Niet omdat die burgemeesters en de inwoners van hun gemeenten dat zo graag willen, maar omdat Rijk en provincie er op koersen. Want zo zou je het recente advies van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (GS) aan de minister van Binnenlandse Zaken moeten opvatten. Of toch niet? De redactie van het HuizerNieuws/BELNieuws sprak met de burgemeesters van Huizen, Blaricum, Eemnes en Laren over de bestuurlijke toekomst. Ook een ander belangrijk thema kwam tijdens dit gezamenlijke interview aan bod: de veiligheid. Vandaag het tweede en laatste deel van dit interview.

Fons Hertog (Huizen): "Overal in Nederland zie je dat er veel beweging is rond verregaande samenwerkingen en fusies. Dat zou naar mijn persoonlijke opvatting in onze regio ook het geval moeten zijn. Maar ik heb daar onvoldoende draagvlak voor in mijn gemeenteraad en dat accepteer ik. Het advies van de provincie maakt de situatie buitengewoon ingewikkeld. Komt er nu een fusie aan of niet? Wij houden het beeld voor ogen van organische groei, hetgeen betekent dat we zo veel samen gaan doen dat we uiteindelijk als het ware één geheel worden."
Elbert Roest (Laren): "Met de BEL-combinatie hebben wij de afgelopen jaren een vorm gevonden om heel intensief samen te werken in één ambtelijke organisatie en tegelijk onze gewenste zelfstandigheid te bewaren. Door die jaren zijn wij goed heengekomen. Wat heel belangrijk is, is de bestuurskrachtmeting die de provincie voor 2016 heeft aangekondigd. Wij willen precies weten wat ze gaan meten: onze gezamenlijke bestuurskracht of van gemeenten apart. We moeten weten waar we aan toe zijn en wat ons handelingsperspectief is."
Joan de Zwart-Bloch (Blaricum): "Het lijkt of de provincie een heel eind met ons meegaat, maar als je kijkt naar die bestuurskrachtmeting in 2016 terwijl we nog bezig zijn het sociaal domein, dan zijn wij wel benieuwd naar de werkelijke intentie daarachter."
Roland van Benthem (Eemnes): "De denkfout is dat er naar ons wordt gekeken als drie kleine gemeenten. Wij hebben niet voor niets de BEL-combinatie opgericht, een ambtelijke organisatie van een gemeente van 30.000 inwoners. Dus de eerste hele belangrijke slag hebben wij al gemaakt."

Hertog: "De lakmoesproef ligt verderop in de regio. Stel dat Wijdemeren en Weesp één gemeente vormen, mogelijk met Hilversum erbij. Dan heb je met Gooise Meren (Naarden, Bussum en Muiden) erbij twee grote gemeenten in deze regio. Dan denk ik niet dat provincie en ministerie zullen zeggen: dan laten we Huizen en de BEL-gemeenten zoals ze zijn. Ik ben burgemeester van Haarlemmermeer geweest, één gemeente met 26 kernen. Dat functioneert prima. Zo'n opzet zou hier ook best kunnen: er zijn allerlei modellen mogelijk waarbij elke kern zijn eigen identiteit behoudt, zijn eigen taken mag uitvoeren en daar ook geld voor beschikbaar krijgt. Ik denk ook dat dingen goedkoper kunnen als je samengaat."
De Zwart: "Als bestuurder van Zutphen heb ik de fusie met Warnsveld meegemaakt. Aan de identiteit verandert inderdaad niet veel, maar wat wel verandert is het voorzieningenniveau. Binnen een jaar zag je dat er onder de druk van bezuinigingen toch een discussie ontstond over de bibliotheek en het gemeenteloket."
Van Benthem: "Dan is ons BEL-zwembad hier een heel concreet voorbeeld. Zouden wij één grote gemeente zijn geweest, was er eerder gezegd: we hebben al goede zwemvoorzieningen in Huizen. Dat zijn hele rationele argumenten voor een grote gemeente, maar je moet uitkijken dat de kleine dorpen geen stiefkindje worden."
Roest: "Hier zit echt een achilleshiel. In Laren is het voorzieningenniveau enorm hoog en ook de maatschappelijke betrokkenheid is groot. Een prachtig voorbeeld is het Singertheater waar voor liefst 10 miljoen euro door de bevolking is opgebracht. Omdat men hartstikke trots is op de eigen gemeenschap. Er is nog een hele gedachte-exercitie te gaan hoe je de continuïteit van voorzieningen borgt in een fusiegemeente."
De Zwart: "Bezuinigingen zijn de grote valkuil, dat is ook de motor die deze discussies op gang brengt. De BEL-samenwerking wordt tot op grote hoogte gedragen door onze inwoners. Dus kun je je afvragen: moet je dan drie gemeentehuizen houden? Maar op het moment dat het woord 'fusie' in de mond wordt genomen, steekt de behoefte om zelfstandig te blijven meteen weer op. Dat is een duidelijk signaal van onze inwoners."
Van Benthem: "De inwoner zal in een grotere gemeente een grotere afstand tot de bestuurders merken. Je kunt dat wel opvangen met een dorpsraad, maar hoe wordt die dan samengesteld? In sommige gemeenten is dat goed opgelost, maar er zijn ook voorbeelden waar het niet gebracht heeft wat beoogd was."
De Zwart: "Dat ligt ook aan het karakter van de inwoners. Dan kom je weer op de eigenheid terug. Onze inwoners vinden het belangrijk dat wij onder handbereik zijn en dat wij ons laten zien bij alles wat er in het dorp gebeurt."
Roest: "Wat we nu doen is organisch groeien en daarin onze eigen keuzes maken. Dat is een heel groot goed. We willen zelf aan het stuur zitten. Ik zou graag van de provincie horen: maak nu je eigen keuzes in je eigen tempo. Want het ziet er hier in onze dorpen gewoon heel goed uit. Of we in deze vorm ook voor de komende tien jaar sterk genoeg zijn? Dat is een goede vraag. Vooral als de taken vanuit de overheid blijven toenemen, heb je die garantie niet. Wij houden de vinger aan de pols en zullen onze raden gewetensvol adviseren over de beste bestuurlijke toekomst. Op dit moment is dat doorgaan op de manier waarop we dat nu doen."

Hertog: "Als je praat over de toekomst, dan vind ik het beeld dat de burgemeester van Hilversum schetst - één Gooistad - wel heel erg groot. In onze vier gemeenten praten we over 70.000 mensen, dat lijkt mij voldoende sterk en toekomstbestendig."
Roest: "Een hele mooie maat."
De Zwart: "Een ideale schaal. Feitelijk wordt dat al ingezet. GS heeft het erover dat er in ons gebied iets moet gebeuren en adviseert een niet-vrijblijvende intensieve samenwerking met bestuurskrachtonderzoek. Dan weet je gewoon dat dat verder gaat dan wat we nu doen."
Van Benthem: "We onderkennen de grote decentralisatie, die pakken we deels al met z'n vieren en deels in regioverband op. Je ziet dat als het moet, zelfs in Gooi en Vechtstreek goed kan worden samengewerkt."
Roest: "Wat dat betreft wil ik nog wel een statement op persoonlijke titel maken. Het is voor onze inwoners aanzienlijk belangrijker dat wij het komende jaar het sociaal domein regelen, dan dat wij nu weer het bestuurlijke kwartetspel van de herindeling ter hand nemen."

Veiligheid

Hoe de gemeenten er in het sociaal domein voorstaan, hebben we vorige week op deze plek uitgebreid bericht. Het derde gespreksonderwerp in dit gezamenlijke interview is minstens even belangrijk: veiligheid. De burgemeesters kunnen inbraken en overvallen niet voorkomen, maar ze doen er vanuit hun verantwoordelijkheid voor het veiligheidsbeleid van alles aan om, samen met de politie, zo veel mogelijk te voorkomen. Daarnaast hebben ze een duidelijke boodschap aan de inwoners: neem ook zelf je verantwoordelijkheid om inbraken en andere ellende te voorkomen.

De Zwart: "We zetten er met man en macht op in, statistisch gezien soms ook met succes. Het zijn golfbewegingen, op dit moment stijgt het toch weer iets. We zijn goed bezig met de buurtpreventieverenigingen. Er is een eigen aanpak per gemeente. In BEL-verband hebben we de clinics 'Observeren en signaleren' opgezet om mensen bewust te maken van hun eigen veiligheid. Een inbraak of een overval heeft een enorme impact op mensen, maar je kunt het helaas niet altijd voorkomen."
Hertog: "We kijken ook naar nieuwe technieken, bijvoorbeeld op het gebied van hang-en-sluitwerk. Dat zit in ons integraal veiligheidsplan en we verkennen ook de subsidiemogelijkheden op dat gebied. Wie goed hang-en-sluitwerk heeft, verkleint de kans op inbraken aanzienlijk. Daar wijzen wij onze inwoners op."
Roest: "Laren en Blaricum hebben gelukkig nog een eigen politieteam van twaalf agenten. Dat is ons gegund omdat wij het politiebureau deels zelf financieren. Wat buurtpreventieverenigingen betreft heeft Laren de grootste dekking van Nederland. Gemeente en politie werken ook heel nauw samen met die BPV's. We hebben een protocol opgesteld met particuliere beveiligingsbedrijven. Er rijden in Laren meer beveiligersauto's dan politieauto's. We hebben camera's in het dorp waar een kentekenregistratiesysteem op aangesloten is. Wie niets te zoeken heeft in het dorp, wordt daarmee opgemerkt. Zo proberen we voor te blijven lopen. Maar we moeten reëel zijn: als je kijkt naar de geïsoleerde ligging van woningen, de kronkelweggetjes en de hoge hagen, dan is dat qua sociale controle niet erg hoogwaardig."

De Zwart: "Mijn advies zou zijn om die hoge hagen wat te snoeien. Het is wel leuk en romantisch allemaal en het geeft veel privacy, maar het brengt ook een negatief effect met zich mee: de sociale controle neemt af. Zou je die hagen tot op ooghoogte snoeien, dan kun je ook wat meer bij elkaar toezicht houden. Ook als je je hond uitlaat, heb je meer zicht op wat er eventueel gebeurt."
Van Benthem: "De opkomst voor het project-Observeer en signaleer is ook in Eemnes heel hoog. Wat heel waardevol is, is dat de politie uitlegt hoe een inbreker te werk gaat. Die inbreker kijkt welk huis er donker uitziet en schat in of hij er makkelijk in en uit kan. Een inbraak is vaak binnen een paar minuten gepleegd. Verder is ook een project als Waaks belangrijk, waarbij mensen die hun hond uitlaten verdachte situaties meteen doorgeven. Bijvoorbeeld als ze zien dat er een onbekende auto met draaiende motor staat te wachten. Dat geldt voor iedereen: zie je iets vreemds, bel de politie. Dat is vaak een drempel, maar toch van groot belang. Zodra je iets verdachts ziet, bel 112! Hoe meer mensen dat doen, hoe groter de pakkans. Ik zou de inwoners aanraden: kijk wat je zelf kunt doen. Maak het inbrekers zo moeilijk mogelijk. Zoals in het nieuwste spotje op televisie: ga je even weg, draai de deur goed op slot en zet een slot op je schutting. Denk ook na waar je je autosleutels neerlegt. Is dat op het plankje in de hal? Of toch iets meer weggeborgen, zodat als een inbreker de voordeur forceert, hij niet meteen de autosleutels voor het grijpen heeft. Ik wil maar zeggen: denk er zelf over na."
Roest: "Ik heb thuis ook eens een inbraak gehad en het is heftig wat je dan overkomt. Je moet alles in het werk stellen om dat te voorkomen."