Alie Cobelens (l), Hatun Akkurt en Tamar Afsar-Fridan (r) overleggen over de herdenking van komende  zaterdag in de Thomaskerk.
Alie Cobelens (l), Hatun Akkurt en Tamar Afsar-Fridan (r) overleggen over de herdenking van komende zaterdag in de Thomaskerk. Foto: Karin van Leeuwen

Armeense gemeenschap Huizen herdenkt gruweldaden 1915

HUIZEN - Nee, het viel zeker niet mee toen Hatun Akkurt in 1979 in Nederland terechtkwam. Ze was met haar familie gevlucht uit Turkije. Ze had niets. Geen onderdak, geen spullen, geen eten. Ze had alleen haar geloof. Ze woonde negen maanden in een pension in Amsterdam en daarna verhuisde ze naar Huizen. Daar leerde ze Alie Cobelens kennen. "Ze is al meer dan 36 als een moeder voor me", heft Hatun haar handen ten hemel. Alie wuift haar compliment weg. We zijn er tenslotte om elkaar te helpen, vindt ze.

door Karin van Leeuwen

Het is zaterdagmiddag en Alie, Hatun en Tamar Afsar-Fridan zitten in de gezellige woning van Alie (85) aan de Westkade in Huizen aan de grote tafel. Er wordt druk gepraat over de op stapel staande herdenking. "We herdenken zaterdag 19 april wat er in 1915 heeft plaatsgevonden onder de Armeniƫrs en andere christenen die in Turkije woonden. Zij zijn slachtoffer geworden van deportatie, mishandelingen en moord", legt Tamar uit. Tamar was 13 jaar toen ze in Nederland kwam wonen. Eerst in Almelo, waar ze met haar ouders en zussen bij een oom inwoonde. Ze trouwde in Almelo, verhuisde naar Amersfoort en kwam uiteindelijk in Huizen terecht waar haar schoonouders woonden. "Met open armen werden we hier ontvangen", stralen Hatun (57) en Tamar (48).
Alie weet nog goed dat de toenmalige wethouder Van Halteren kerken opriep om een van de 12 Armeense gezinnen die naar Huizen kwamen wegwijs te maken. Ze aarzelde geen moment, ze wilde graag helpen. "Ik was aangesloten bij de MOV-groep, dat staat voor missie, ontwikkeling en vrede. Wij helpen mensen bij het vinden van een huisarts, verzekering, kleding en noem maar op." En zo zorgde Alie dat het gezin van Hatun zich steeds meer thuis voelde in Huizen.
Ze verlieten huis en haard in 1979, allemaal voor het geloof. "In Zuidoost-Turkije waren we niet vrij, we werden onderdrukt. Van andere families hoorden we hoe ruimdenkend men in Nederland was. We zijn hier heel bewust naartoe gegaan." Inmiddels telt de Armeense gemeenschap in Huizen z'n zestig gezinnen.
De Thomaskerk heeft de deuren altijd wagenwijd opengezet voor de vluchtelingen. Tamar en Hatun zijn de kerk dan ook zeer dankbaar. Dankbaar dat ze in Huizen een nieuw bestaan hebben kunnen opbouwen. Zo verleent de kerk aan de Huizermaatweg alle medewerking om zaterdag een herdenking te houden. De Armeense priester Ter Taron Tadevosyan en zijn koor zijn uitgenodigd om de dienst, die om 14.00 uur begint, voor te gaan. De toespraak wordt in het Nederlands gehouden, zodat iedereen het kan volgen.

Dadels
Alie loopt naar de keuken en rommelt wat in een keukenkastje. Als ze terugkomt, geeft ze Tamar twee dozen met dadels. Voor zaterdag. "Alie is zo'n schat, we zouden niet weten wat we zonder haar zouden moeten", zegt Tamar. Zelf wil Alie er niets van weten. Ze hoeft niet zo nodig in het zonnetje te staan. Ze heeft juist respect voor de beide dames. Neemt haar petje voor hen af. Ga er maar aan staan: uit je geboorteland vluchten, in Nederland terechtkomen en hier een nieuw bestaan opbouwen. "En wat voor een bestaan", vindt Alie. "Ze werken allebei, doen vrijwilligerswerk en zijn moeder. Echt familie om op terug te vallen, hebben ze niet. We moeten het met elkaar doen. Elk mens is belangrijk en verdient het om geholpen te worden."
Vijfentwintig jaar lang was Alie verbonden aan Vluchtelingenwerk. Ze heeft veel ellende gehoord en gezien, maar ze heeft ook veel mensen kunnen helpen. "Wij noemen haar Moeder Theresa. Want dat is ze", besluit Tamar.