CO2-Standaard voor Verwarmingsnetwerken
Een nieuwe wetgeving introduceert een CO2-standaard voor warmtevoorzieningen, iets waarvoor Natuur & Milieu zich lange tijd sterk heeft gemaakt. Deze standaard vereist dat de CO2-uitstoot van stadsverwarming in de komende decennia aanzienlijk moet verminderen. Er worden periodieke doelstellingen vastgesteld met als uiteindelijk doel volledig CO2-neutrale warmte tegen 2050. Dit zorgt ervoor dat stadsverwarming een echte bijdrage levert aan de klimaatdoelstellingen.
Verder zijn we tevreden over de beperking van het gebruik van biomassa voor verwarming, die nu nog slechts in bijzondere gevallen toegestaan zal zijn. Dit sluit aan bij onze aanbeveling om spaarzaam om te gaan met beperkt beschikbare bio-resources. Overmatig gebruik hiervan kan leiden tot negatieve effecten zoals verminderde CO2-absorptie door bossen en afname van biodiversiteit.
Minder warmteverlies, meer efficiëntie
Een significante vooruitgang in de wetgeving is de vermindering van warmteverlies in verwarmingsnetwerken, een initiatief waar Natuur & Milieu bij betrokken was. Energiebedrijven worden hierop aangemoedigd door de tariefstellingen van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Dit is van groot belang omdat toekomstige verwarmingsnetwerken zullen draaien op duurzame bronnen zoals geothermie, aquathermie en restwarmte. Deze bronnen zijn beperkt beschikbaar. Het minimaliseren van verspilling maakt het mogelijk dat meer huishoudens toegang krijgen tot deze schone en relatief goedkope verwarmingsmethode, waardoor duurdere en vervuilendere alternatieven minder nodig zijn.
Rechtvaardigere warmtetarieven
In de nieuwe regelgeving worden de warmtetarieven losgekoppeld van de gasprijzen. Dit is een belangrijke verandering, aangezien de verbinding met de gasprijzen tijdens de gascrisis leidde tot onverwacht hoge rekeningen voor huishoudens met stadsverwarming. Voortaan worden de maximumtarieven bepaald op basis van de werkelijke kosten van de verschillende componenten van het warmtenet. De ACM houdt toezicht op een eerlijke prijsstelling, wat het systeem transparanter en begrijpelijker maakt voor de gebruikers.
Meer publieke invloed
De nieuwe wet maakt het mogelijk dat verwarmingsnetwerken (deels) in publieke handen komen, vergelijkbaar met de netwerken voor gas en elektriciteit. Dit is van groot belang omdat verwarmingsnetwerken van nature een monopoliepositie hebben; bewoners hebben meestal geen mogelijkheid om over te stappen naar een andere leverancier. Door het eigendom van verwarmingsnetwerken bij publieke entiteiten zoals gemeenten te leggen, wordt meer invloed gegeven aan de lokale gemeenschap, wat waarschijnlijk zal leiden tot meer draagvlak. Het grootschalig publiek aandeelhouderschap dat nu wettelijk mogelijk is gemaakt, past goed bij de regisserende rol die gemeenten al hebben in de uitvoering van gemeentelijke warmteplannen.
Basis voor een toekomstbestendige warmtevoorziening
Natuur & Milieu beschouwt de aanneming van deze wet door de Tweede Kamer als een cruciale stap richting een duurzame, eerlijke en toekomstgerichte warmtevoorziening. De wet zorgt ervoor dat de warmtevoorziening:
- duurzamer wordt door de CO2-norm en de beperking van het gebruik van biomassa;
- betaalbaarder en efficiënter wordt door het minimaliseren van warmteverlies;
- eerlijker en transparanter wordt door het nieuwe tariefsysteem;
- meer in publieke handen komt, wat zorgt voor meer draagvlak en gemeentelijke sturing.
Voor een succesvolle warmtetransitie is gedegen wetgeving essentieel. De Wet collectieve warmte is dan ook een belangrijk onderdeel in de strategie voor een betaalbare en schone warmtevoorziening voor alle Nederlanders. De wet zal later dit jaar door de Eerste Kamer worden behandeld. Wij hopen op een spoedige goedkeuring, zodat de implementatie in 2026 kan starten.






